In gesprek met klasgenoten: Anja van Kempen
Dertig jaar geleden leverde de Driestar Hogeschool in Gouda 110 onderwijzers en onderwijzeressen af. De situatie op de arbeidsmarkt was slecht, net als nu. Zes oud-klasgenoten van redacteur Gerard Vroegindeweij vertellen hun levensverhaal. Vandaag deel 5: Anja van Kempen, onderwijzeres op een school voor speciaal basisonderwijs.
„Eerlijk gezegd zonk de moed me in de schoenen toen ik hoorde dat ik een van de 800 sollicitanten was. Ik zat in het laatste jaar van de pedagogische academie en wist dat het moeilijk was een baan op een gewone lagere school te krijgen. Daarom had ik gesolliciteerd bij een school voor moeilijk lerende kinderen in Barendrecht, in de hoop dat het daar beter was, maar dat was niet het geval.
Maar mede door die sollicitatie bij de mlk-school was wel mijn belangstelling gewekt voor kinderen met gedrags- en leerproblemen. Uiteindelijk ben ik op een wonderlijke manier hier bij Wending terechtgekomen.
Nadat ik mijn diploma had, ging ik weer bij mijn ouders in Amstelveen wonen. Ik schreef me in als werkzoekende en kon een paar dagen invallen op de christelijke lagere school Eben-Haëzer in Ouderkerk aan de Amstel.
Via een gemeentelid van de hervormde evangelisatie van Amstelveen kreeg ik toen de vraag of ik een poosje wilde assisteren in het gezin van ds. H. van Heijst, die in Sceaux woonde. Hij was verbonden aan de Eglise Réformée Neerlandaise in Parijs. Het gezin verwachtte een vierde kind en ik zou daar onder meer voor de andere kinderen moeten zorgen. Dat heb ik gedaan.
Toen ik terugkwam, heb ik me bij het seminarium voor orthopedagogiek in Utrecht ingeschreven voor de opleiding buitengewoon onderwijs. Voordat je daaraan begon, was het handig als je werk had in het onderwijs of in ieder geval een stageplaats. Mijn vader, die conciërge was van de Theo Thijssenmavo in Amstelveen, kende het hoofd van Wending, Piet Vos, persoonlijk. Na een telefoontje was een stageplaats snel geregeld.”
Dankbaar
„Na een halfjaar vroeg Piet Vos of ik niet op de school wilde komen werken. Hij kon mij een baan aanbieden in het kader van het Werkgelegenheidsproject Onderwijs. Over dat aanbod hoefde ik niet lang na te denken. Ik heb best een hekel aan solliciteren en hier werd ik gevraagd. Na anderhalf jaar werd ik leerkracht van een eigen middenbouwgroep. Wonderlijk zoals je leven soms wordt geleid. Ik ben daar nog steeds zeer dankbaar voor. Het is ook een van de redenen dat ik hier nog ben.
Toch heb ik een keer de stoute schoenen aangetrokken en gesolliciteerd op de reformatorische school in Scherpenzeel. We hadden een goed gesprek en de proefles verliep prima. Ik kon de benoeming tegemoet zien, zei de schoolleiding. Kort daarna kreeg ik echter een telefoontje uit Scherpenzeel dat er iemand anders boventallig was geworden en om bijzondere redenen snel een baan nodig had. Het bestuur wilde hem graag benoemen.
In eerste instantie vond ik dat natuurlijk niet leuk, maar later heb ik daarin wel de hand van God gezien. Mijn plek is hier. Ik weet hierdoor dat ik iets mag betekenen voor de kinderen bij ons op school.
De school heeft heel wat meegemaakt. Eerst waren we een bijzondere neutrale school onder een protestants-christelijk schoolbestuur. Daarna was het een openbare school onder regie van de gemeente en nu is het een openbare school met een bestuur.
Er zijn nog een paar collega’s die een christelijke achtergrond hebben. Je vindt elkaar als het over het geloof gaat, maar ik kan ook met de andere leerkrachten goed opschieten. Het is belangrijk dat je met elkaar een hecht team vormt. Je moet elkaar vertrouwen en op elkaar kunnen rekenen. Ook de buitenwereld, met name de ouders, moet dat kunnen zien. Zo rond de christelijke feestdagen zijn er momenten waarop je aan de kinderen over de heilsfeiten kunt vertellen. Dat vind ik waardevol.”
Vorming
„Ik ben op De Driestar enorm gevormd. Bij ons thuis was het soms erg moeilijk. Mijn moeder was psychiatrisch patiënt en dat zette een stempel op het gezin. Zo ging ik zelden naar activiteiten van de hervormde gemeente waartoe wij behoorden, zelfs niet naar catechisatie. We konden ’s zondags ook niet altijd naar de kerk.
Het was de nadrukkelijke wens van mijn vader dat ik naar De Driestar zou gaan; hij wilde graag dat ik een degelijke ondergrond mee zou krijgen. Daar ben ik hem nog dankbaar voor. Ik had een grote kennisachterstand, mede omdat ik ook op een openbare havo had gezeten. Ik kan echt zeggen dat de lessen godsdienst van drs. P. Cammeraat en de lessen cuma (cultuur en maatschappij) van drs. J. Kruidenier mijn leven hebben gevormd. Het verhaal ”Fransje”, uit een van de Madeliefboeken van Guus Kuijer, dat leraar Nederlands D. van Kreuningen ooit voorlas, is bij mij standaard geworden. In de jaren dat ik een eigen groep had, heb ik dat verhaal steeds voorgelezen. Vaak vroegen de kinderen zelf later om een herhaling.
Ik weet nog wel dat ik letterlijk ziek was van het eerste tentamen kerkgeschiedenis. Ik wist, ook al had ik me er goed in verdiept, van toeten noch blazen. Ik ben toen ook weggelopen. Ik voelde me echt waardeloos op dat moment. Gelukkig mocht ik het tentamen op een later moment overdoen. Ik heb er veel geleerd. Uiteraard vormde De Driestar je allereerst tot onderwijsgevende, maar ook de persoonlijke vorming kreeg veel aandacht.”
Humor
„Ik vind mezelf niet zo streng, maar ik hoor van bepaalde kinderen dat ze mij wel een strenge juf vinden. Je moet consequent zijn als onderwijsgevende, zeker in het speciaal basisonderwijs. Als de kinderen de grenzen weten, kunnen ze daarbinnen heel plezierig zijn en is er meestal goed met hen te werken. Het is vaak belangrijk dat je bij problemen de dingen voor ze relativeert. Humor kan daarbij een goed middel zijn. De afgelopen twee jaren en komend jaar heb ik geen eigen groep, maar vervang ik collega’s in andere groepen. Dat vraagt best veel, want iedere groep vergt een eigen aanpak.
Toch geniet ik elke dag. Het omgaan met kinderen is gewoon erg leuk. Een paar weken geleden was ik jarig. Toen vroeg een jongetje hoe oud ik was. Ik liet hem raden. „Eenenveertig”, zei hij. „Nee”, zei ik, „tien jaar erbij.” Hij reageerde: „Eenenvijftig… Dan ziet u er nog jong uit!” Heerlijk toch? Kinderen houden je jong.”
Naam: Anja van Kempen
Geboren: 11 juni 1961
Burgerlijke staat: single
Opleiding: havo, pedagogische academie, post-hbo buitengewoon onderwijs en remedial teaching
Werkervaring: 28 jaar leerkracht bij sbo-school Wending en 1 jaar bij sbo De Schakel te Amstelveen
Nevenfunctie: lid van de evangelisatiecommissie van de christelijke gereformeerde kerk te Ouderkerk aan de Amstel
Hobby’s: zwemmen, volleybal, cryptogrammen oplossen, fotografie en reizen
Laatstgelezen boek: hoofdstukken uit ”Wij zijn ons brein” van Dick Swaab