Waar andere bestemmingen zoals de badplaatsen aan de Noordzee, de Veluwe en Twente de aantallen bezoekers die op een korte vakantie gingen ongeveer gelijk zagen blijven of zelfs iets afnemen, doet Noord-Nederland het beter. De provincies Groningen, Friesland en Drenthe zagen in 2002 nog 801.000 gasten voor een kort verblijf verschijnen, in 2011 waren dat er maar liefst 1.037.000.

Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) ziet ook dat het aantal korte vakantie in eigen land flink toeneemt in de afgelopen jaren. „En dus ook het bezoek aan Groningen, Friesland en Drenthe”, aldus een woordvoerster. Volgens het bureau doen echter ook Limburg en Noord-Brabant het bijvoorbeeld goed. „Kortom, korte en middellange vakanties doen het goed terwijl de lange vakanties van meer dan 9 dagen afnemen. Nederland moet het juist ook hebben van de korte en middellange vakanties.”

Het CBS heeft niet onderzocht hoe het kan dat juist Noord-Nederland in de lift zit, maar oppert wel een verklaring. „ Een in de branche gehoorde hypothese is dat door de veroudering van de bevolking men steeds minder de drukkere gebieden zoals badplaatsen aan de Noordzee en watersportgebieden bezoekt en steeds vaker voor de wat rustigere vakantiebestemmingen zoals bijvoorbeeld Drenthe kiest. Maar, zoals gezegd, wij hebben hier geen hard bewijs voor”, laat een woordvoerder desgevraagd weten.