Daarnaast zouden ouders vooruitlopen op de aangekondigde verlaging van de kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari volgend jaar. Dat is een tegemoetkoming van het rijk in de kosten voor ouders die hun kinderen naar de kinderopvang brengen. Peuterspeelzalen vallen daar niet onder, omdat het door de gemeentes geregeld wordt. De gemeente stelt het tarief vast, en op sommige plekken is dat een stuk lager dan het tarief van de kinderopvang.

„Maar door de gemeentelijke bezuinigingen gaan de prijzen voor de kinderopvang nu omhoog of worden groepen of zelfs hele peuterspeelzalen gesloten. Daardoor ontstaan op andere plekken wachtlijsten.”, vertelde Ernst Radius van de MOgroep dinsdag.

De brancheorganisatie vindt dit een zorgwekkende ontwikkeling vanwege de maatschappelijke functie van peuterspeelzalen. „Peuters leren er bijvoorbeeld dat ze naar de juf moeten luisteren, dat ze elkaar niet mogen slaan, leidsters kunnen er achterstanden signaleren”, legde een woordvoerster dinsdag uit.

De afgelopen jaren groeide de vraag naar kinderopvang, waardoor de vraag naar plekken op de peuterspeelzaal afnam, volgens een woordvoerster van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). „Dat zijn communicerende vaten. De peuterspeelzalen verkleinden de capaciteit maar nu er weer meer vraag is, gaat dat wringen en krijg je wachtlijsten”.

De woordvoerster benadrukt dat peuterspeelzalen geen verplichting zijn voor gemeenten. „Ze zijn altijd vrij geweest om ze te subsidiëren en dat deden ze ook. Nu het rijk de kraan van de kinderopvangtoeslag dichtdraait, komt het probleem bij ons te liggen. Maar het zijn lastige tijden. Er moet bezuinigd worden, ook door gemeenten.”

Peuterspeelzalen richten zich voornamelijk op gezinnen met maar een kostwinner. Meestal gaan kinderen er geen hele dagen naartoe maar dagdelen.