De grootste omzetstijging werd behaald door postorderbedrijven en internetwinkels (8,3 procent). Verder deden elektronicazaken (7,4 procent), drogisterijen (6,1 procent) en supermarkten (4,5 procent) het relatief goed. Bouwmarkten en doe-het-zelfwinkels zetten daarentegen 6,8 procent minder om. Ook met winkels in woninginrichtingartikelen ging het slecht (omzetdaling van 4,5 procent).

Het CBS constateert daarnaast dat winkels in voedings- en genotmiddelen de maandomzet in juni zagen groeien, terwijl de non-foodsector juist een lichte krimp doormaakte. Dit komt met name doordat de koopdagen in juni dit jaar gunstiger uitpakten. Ten opzichte van vorig jaar telde juni een woensdag en donderdag minder, maar een vrijdag en zaterdag meer. Ook vielen Hemelvaart en Pinksteren dit jaar in mei en vorig jaar nog in juni.

De omzetstijging in juni kon niet verhelpen dat de detailhandel in het tweede kwartaal als geheel een omzetverlies behaalde van ongeveer 2 procent. In mei was ook sprake van een toename van de omzet (1,6 procent), maar in april beleefde de sector een grote omzetval van maar liefst 8,7 procent. Dat kwam toen door een sterke verkoopdip.

Het economisch bureau van ING voorspelde eind vorige maand dat de afzet van de detailhandel op zijn minst tot en met 2013 zal blijven dalen. Dit in tegenstelling tot de groothandel, industrie en transportsector, die komend jaar naar verwachting licht zullen groeien.

Volgens ING is de detailhandel, evenals de horeca en de bouw, sterk afhankelijk van de binnenlandse vraag. Door de dalende koopkracht trekken Nederlanders in deze economisch moeilijke tijden nog minder snel de portemonnee.