„Zorg lijkt wel staatsvijand nummer 1”
APELDOORN – „De gezondheidszorg wordt tegenwoordig enorm geproblematiseerd. Hij lijkt wel staatsvijand nummer 1. Economen voeden die discussie. Niemand kijkt echter naar de opbrengstenkant. De Nederlandse zorgsector biedt veel werkgelegenheid en de kwaliteit, toegankelijkheid en behandelresultaten zijn uitstekend, zo blijkt uit alle Europese vergelijkende cijfers.”
Dat stellen vader Robert en zoon Marcel Levi in het deze week verschenen tijdschrift VOZ magazine. Marcel Levi is internist en voorzitter van de raad van bestuur van het Academisch Medisch Centrum. Vader Robert was huisarts, bestuurder van het Amstellandziekenhuis, voorzitter van de artsenorganisatie KNMG en lid van het College van Zorgverzekeringen.
Levi junior noemt het niet verstandig om het alleen maar te hebben over de financiële problemen in de zorg. „We moeten niet vergeten dat de zorgsector veel gezondheidswinst oplevert, werkgelegenheid biedt aan heel veel mensen en een spin-off heeft voor allerlei bedrijven.”
Dat er problemen zijn die om een oplossing vragen, is volgens beide zorgprofessionals duidelijk. „Wat er vooral moet gebeuren en wat de grootste winst zou kunnen opleveren, is het stoppen van de massale verspilling. Amerikaanse wetenschappers hebben berekend dat de groei van zorgkosten de komende jaren vrijwel geheel kan worden gefinancierd door het schrappen van verspillende zorg, zoals het dubbel doen van dingen.”
Een veel voorkomend euvel is volgens de Levi’s bijvoorbeeld dat bij een overdracht van het ene naar het andere ziekenhuis alle onderzoeken opnieuw worden uitgevoerd. Ook uitgebreid labonderzoek dat in opdracht van de huisarts al is gedaan, gebeurt vaak toch weer opnieuw na opname in het ziekenhuis.
Het maken van zinloze foto’s waarvan vooraf al bekend is dat er niets mee gaat gebeuren, moet eveneens worden gestopt. Marcel Levi noemt de klassieke buikoverzichtfoto die wordt gemaakt bij patiënten met acute buikklachten op de spoedeisende hulp. „Er wordt dan een CT-scan gemaakt van de buik. Dat is bewezen goede geneeskunde. Maar er wordt ook nog altijd een buikoverzichtfoto gemaakt waar je niets op kunt zien wat je niet al met je stethoscoop had kunnen vaststellen. Ik zeg wel eens tegen de radiologen: „Waarom gooien jullie de sleutel van de buikoverzichtmachine niet gewoon weg?” Deze discussie moet door de specialisten zelf gevoerd worden. Alleen de professionals kunnen iets doen tegen deze verspilling.”
De Levi’s benadrukken dat samenwerking in de zorgsector het „codewoord voor de toekomst” moet worden. Financiële belemmeringen die zinvolle veranderingen in de weg staan, dienen uit de weg te worden geruimd.
Ziekenhuizen moeten volgens Marcel Levi van karakter gaan veranderen. Er wordt nu te veel dubbel gedaan, de instellingen zijn nog te vaak een kopie van elkaar. „Een klein ziekenhuis, dat onderdeel is van een breed regionaal netwerk, heeft geen dure spoedeisende afdeling meer nodig en ook geen intensive care. Oplossing is dat de grotere ziekenhuizen, waar de spoed- eisende hulp altijd open is om ongevalsslachtoffers op te vangen, alle patiënten opvangen en vandaar na behandeling doorsturen naar de kleinere ziekenhuizen.”
Met de huidige financiering is zo’n manier van werken erg ingewikkeld. Ook daar zal volgens de Levi’s dus iets aan moeten gebeuren. Er zijn goede afspraken voor nodig tussen de ziekenhuizen. „Om dat goed te laten verlopen, kan dit het beste gebeuren onder regie van de zorgverzekeraars”, aldus Marcel Levi.
De discussie over marktwerking wordt volgens de AMC- bestuurder „totaal ongenuanceerd gevoerd.” „Het gaat niet om de vraag of we voor of tegen marktwerking zijn. Zo eenvoudig zit de wereld niet in elkaar. Planbare en complexe zorg leent zich uitstekend voor marktwerking. Als het gaat om knieoperaties is het prima dat ziekenhuizen concurreren op prijs, kwaliteit, patiëntvriendelijkheid en in- en uitkomsten.”
Voor kankerzorg of spoedeisende zorg is marktwerking echter absoluut geen optie, aldus Marcel Levi. „De criteria die daar moeten gelden, zijn optimale kwaliteit en toegankelijkheid.”