Morsi door Sinaï in lastig parket
CAÏRO – De bloedige aanslag op de Egyptische grenspolitie in het noorden van de Sinaï van zondag wordt gezien als aanwijzing dat de Egyptische overheid de controle over de Sinaï meer en meer verliest. Het veiligheidsvacuüm brengt Egyptes nieuwe president, Morsi, in een lastig parket.
De instabiele regio wordt sinds de val van het regime-Mubarak geteisterd door geweld en aanslagen. Sinds de val van het regime in Libië is de wapenhandel in de Sinaï sterk toegenomen. En daarmee de opkomst van jihadistische groeperingen. De gewelddadige aanval op de Egyptisch-Israëlische grens voedt de zorgen om de veiligheid op het schiereiland.
Na een spoedvergadering met hoge militairen, overheids- en inlichtingendiensten bracht president Morsi een kort bezoek aan de grensstad Rafah, in een poging het vertrouwen in de veiligheid van het land te herstellen.
De Israëlische minister van Defensie, Barak, reageerde scherp op het geweld bij de grens. Volgens hem vormt de aanslag het zoveelste bewijs dat de situatie in de Sinaï uit de hand dreigt te lopen. Hij drong er bij de Egyptische overheid op aan snel en met harde hand de controle over het gebied te herstellen.
Zoals te verwachten was, reageerde de moslimbroederschap maandagavond direct met een verklaring waarin zij de Israëlische inlichtingendienst Mossad de schuld gaf voor het geweld. Als bewijs noemde de broederschap het feit dat de Israëlische overheid enkele dagen voor de aanval haar burgers had geadviseerd de Sinaï te verlaten.
De aanslag van zondag was geen op zichzelf staande gebeurtenis. De aanval is het directe gevolg van de opkomst van jihadistische groepen in de Sinaï. Een andere aanwijzing is het sterk toegenomen aantal meldingen van inbeslagnames van gesmokkelde wapens in de afgelopen achttien maanden.
Er zit ook een economische kant aan het probleem. Tussen de verschillende stammen is een wapenwedloop gaande. Ze scheppen op over de hoeveelheid wapens die ze bezitten. Na de opstand in Libië hebben de bedoeïenen in de Sinaï zich op de lucratieve wapenhandel gestort. Daarmee wisten ze in korte tijd fortuinen te verdienen.
De over het algemeen arme veiligheidsmensen bij de grens waren eenvoudig om te kopen. Veel van de gesmokkelde wapens eindigen in handen van gewapende groepen in de Gazastrook. Zij hebben agenten in de Sinaï die belast zijn met de leveringsoperaties.
De opkomst van de jihadistische groepen in de Sinaï brengt de tribale regels en sociale structuren die al eeuwenlang in Sinaï bestaan in gevaar. Het traditionele gezag van tribale sjeiks wordt ondermijnd door politieke en religieuze leuzen van jihadistische groepen. Die hebben een netwerk opgebouwd waarmee ze infiltreren in grote stammen, om zo de macht naar zich toe te trekken.
Toenemende spanningen en de verspreiding van wapens zijn ook verbonden met tribale geschillen. Sommige stammen werken maar al te graag mee aan acties tegen de Egyptische overheid. Zij voelen zich al decennialang miskend. Een voorbeeld daarvan is de Azaznastam. De helft van de stamleden wordt niet erkend als Egyptisch burger. Op hun identiteitskaarten staat ”nationaliteit onbekend”. En dat ondanks hun trouw aan de Egyptische staat, als verdedigers tegen Israël in de oorlog van 1967. Na het vredesverdrag met Israël heeft de Egyptische regering altijd geweigerd hen te erkennen.
Een kwart van de 600.000 inwoners van de Sinaï heeft geen identiteitskaart. De meesten van hen zijn bedoeïenen. Zij mogen geen land bezitten of in het leger dienen. Ook is het hun niet toegestaan iets te verdienen in de lokale toeristenindustrie. Dit gevoel van onrecht en van verwaarlozing door de staat heeft sterk bijgedragen aan de problemen.
Het vertrouwen in de Egyptische overheid was al niet groot in de Sinaï. De parlements- en presidentsverkiezingen hebben daar geen verandering in gebracht. Zowel de stammen als militante islamitische groeperingen geloven niet in democratie. Volgens hen is democratie atheïsme.
Zeker is dat het salafistisch jihadisme een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Het kwam in de jaren 90 tot bloei in Egypte. De aanhangers komen er openlijk voor uit dat geweld een gerechtvaardigd middel vormt om politieke doelen te bereiken.