De Britse minister van Cultuur, Ed Vazey, had de export van het schilderij tot en met 7 augustus verboden wegens zijn uitzonderlijke culturele betekenis. Aanleiding was dat een buitenlander ruim 28 miljoen pond voor het doek had geboden. De eigenaar was bereid het aan het museum in Oxford te verkopen voor netto 7,83 miljoen pond. Mede dankzij een gift van bijna 6 miljoen pond van het Heritage Lottery Fund, dat een deel van de inkomsten van de Britse nationale loterij verdeelt, is de 7,83 miljoen bijeengebracht.

Fanny Claus was een vriendin van Manets vrouw. Het schilderij werd in 1884, een jaar na de dood van de schilder, verkocht en hing sindsdien in Groot-Brittannië.