ICC: recht op compensatie voor slachtoffers
DEN HAAG (ANP) – Slachtoffers van de oorlog in de Democratische Republiek Congo hebben recht op schadevergoeding. Het gaat om mensen die direct of indirect hebben geleden onder misdaden die zijn gepleegd na het werven en inzetten van kindsoldaten in de periode van 1 september 2002 tot 13 augustus 2003.
Dit heeft het Internationaal Strafhof (ICC) dinsdag bepaald in de zaak tegen Thomas Lubanga, de eerste verdachte die door het strafhof is veroordeeld voor oorlogsmisdaden.
De rechters zeggen dat ook familieleden van slachtoffers in aanmerking kunnen komen voor compensatie, en personen die tussenbeide zijn gekomen om slachtoffers te helpen of die hebben geprobeerd misdaden te voorkomen.
Voorstellen voor herstelbetalingen moeten worden verzameld door het slachtofferfonds TFV van het strafhof en ter goedkeuring worden voorgelegd aan een strafkamer van het ICC. Betalingen gebeuren uit de beschikbare middelen van het fonds, dat wordt gevoed uit vrijwillige bijdragen van de 121 bij het ICC aangesloten landen. Momenteel heeft het TFV 3,5 miljoen euro op de bank staan.
Het strafhof benadrukt dat herstelmaatregelen worden uitgevoerd zonder onderscheid naar leeftijd, etniciteit of geslacht. Compensatie moet gericht zijn op verzoening, rekening houdend met het geweld dat slachtoffers hebben ondergaan, samen met de noodzaak om de ex-kindsoldaten te rehabiliteren binnen hun gemeenschappen.
Tenslotte stellen de rechters dat ook symbolische genoegdoeningen belangrijk kunnen zijn. Zo staat het Lubanga open zijn verontschuldigingen aan te bieden aan de slachtoffers, oordeelt het strafhof. Andere vormen van compensatie kunnen zijn: campagnes om de positie van slachtoffers te verbeteren, het afgeven van verklaringen die het ondergane leed erkennen of promotionele activiteiten die zijn gericht op vermindering van de stigmatisering en marginalisering van slachtoffers.
Het is voor het eerst dat het strafhof zich uitsprak over herstelbetalingen aan slachtoffers van oorlogsmisdaden.