Jan Oort, ster van Nederlandse astronomie
De meest ordelijke plaats in het heelal, zo noemden collega’s het bureau van Jan Oort. De Nederlandse sterrenkundige ordende alles en streepte elke dag zeer systematisch to-do-lijstjes af. Hij kon daardoor bijzonder veel werk verzetten, aldus Jan van Evert in zijn boek ”Oort”.
Als promovendus hield Oort zich in de jaren 20 van de vorige eeuw bezig met de Melkweg, het sterrenstelsel waarvan ook de aarde deel uitmaakt. Zo ontdekte hij dat de rotatiesnelheid van sterren lager was dan de theorie voorspelde; ze werden door iets gehinderd. In 1932 postuleerde Oort daarom het bestaan van onzichtbare donkere materie. Waaruit die bestaat, weet niemand.
Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog vatte Oort –inmiddels hoogleraar en directeur van de Leidse Sterrewacht– het plan op een radiotelescoop te bouwen in Kootwijk. De resultaten die hij daarmee boekte, maakten dat radiotelescopie niet meer is weg te denken uit de sterrenkunde. In 1954 bouwde hij er een in het Drentse Dwingeloo. Hiermee voerde hij metingen uit aan snelle gaswolken.
Een student richtte in 1948 zijn aandacht op de herkomst van kometen. Oort opperde toen de mogelijkheid van een verafgelegen reservoir vol met kometen om het zonnestelsel. Deze speculatieve Oortwolk is nog steeds niet gevonden.
Van Evert heeft met ”Oort” een biografie neergezet waarin de sterrenkundige als mens en als wetenschapper duidelijk uit de verf komt. Dat hij een wetenschapper van formaat is geweest, blijkt overduidelijk uit de 58 onderscheidingen die hij ontving. Er zat echter geen Nobelprijs bij.
Boekgegevens
”Oort. Melkwegonderzoeker en grondlegger van de radioastronomie”, Jan van Evert; uitg. Veen Magazines, Diemen 2012; ISBN 978 9085 713 54 8; € 34,50.