Heroverweeg Nederlandse ratificatie VN-Vrouwenverdrag
De Nederlandse overheid doet er goed aan haar handtekening onder het VN-Vrouwenverdrag te heroverwegen, stelt Bernard van den Belt MA.
De Amerikaanse Republikeinse senator Mike Enzi noemde het VN-Vrouwenverdrag in de discussie tijdens de hoorzittingen over dit verdrag in de Amerikaanse Senaat in 2002 „de doos van Pandora.” Ratificatie van dit verdrag zou volgens hem veel onheil geven.
Ik hecht weinig waarde aan de Griekse mythe als verklaring voor de aanwezigheid van het kwaad in de wereld. Toch dacht ik aan deze woorden toen ik de uitspraak van het Europees Hof van de Rechten voor de Mens (EHRM) over de SGP las (RD 20-7).
In enkele landen in de wereld heeft het Vrouwengedrag geen geldingskracht. Behalve landen zoals Iran, Sudan en Tonga zijn dat de Verenigde Staten. De reden dat de VS dit verdrag niet ondertekenden, is dat veel Amerikaanse senatoren bang zijn voor de inbreuk op de soevereiniteit van de VS die ondertekening van dit verdrag zou betekenen.
Nederlandse politici zouden hier hun voordeel mee moeten doen. Het is niet achterlijk om niet onvoorwaardelijk met het Vrouwenverdrag in te stemmen. De Nederlandse regering was een van de eerste regeringen die het verdrag in 1979 ondertekenden. Heeft ze toen beseft wat de consequenties voor de Nederlandse democratie zouden kunnen zijn?
De VN hebben een commissie ingesteld die erop toeziet of de landen die het verdrag hebben ondertekend, zich er wel aan houden. Dit is de Commission on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women (Cedaw).
De commissie tikte bijvoorbeeld Ierland op de vingers. De Ierse regering werd door de Cedaw geadviseerd een dialoog over abortus op te zetten, met als argument dat het discriminatie is wanneer een land niet de mogelijkheid biedt tot abortus.
Andere voorbeelden van inmenging van de Cedaw in culturen is Moederdag. De regering van Wit-Rusland werd door de commissie aangesproken omdat zij zulke „stereotype symbolen” als Moederdag onderhield. Moederdag moest worden afgeschaft om vrouwen meer keuzevrijheid te geven.
Ook Slovenië werd aangesproken door het Cedaw. In het land zouden te veel moeders thuis werken. Daardoor bezochten te weinig kinderen een dagopvang. Hierdoor zouden de kinderen educatieve en sociale ontwikkelingsachterstand opbouwen.
In 2001 riep de Cedaw de Nederlandse overheid al eens op om de SGP te verbieden vrouwen van de kieslijst te weren. De recente uitspraak van het EHRM zet daar nog eens een forse streep onder. Heeft de Nederlandse overheid een doos van Pandora binnengehaald door het Vrouwenverdrag te ondertekenen?
Wat bedoeld was als steun in de rug voor de vrouwen in ontwikkelingslanden, lijkt als een boemerang terug te keren. De handtekening is echter niet heilig. Prof. dr. Zwart schreef al eerder in deze krant (RD 25-7) dat de Nederlandse overheid kanttekeningen bij haar handtekening kan plaatsen. Een goed voorstel. Wat mij betreft heroverweegt de Nederlandse overheid haar handtekening onder het VN-Vrouwenverdrag.
De auteur studeerde internationale betrekkingen en mensenrechten in historisch perspectief in Utrecht. Hij schreef een masterscriptie over het VN-Vrouwenverdrag.