Huilend, huilend, helemaal alleen
Uit zijn enorme, onschuldige ogen rollen dan wel geen zilte tranen, maar er kan geen misverstand over bestaan: dit is een echte huiler. Een ”Heuler”, zeggen de Duitsers. Voor de zekerheid schreven ze dat op de grote bak waarin ze hem hebben gezet. Zoals je ook ”breekbaar” op verpakkingen schrijft, of ”niet ondersteboven houden”.
Iedere keer weer weet zo’n huiler je hart te raken. Een jong dier, zonder vader of moeder, en dan met zulke ogen: een recept waarvan je zelf bijna een huiler wordt.
Deze heet Fips. Hij werd gevonden bij een scheepswerf in Hamburg, begin deze maand. Daarop is hij overgebracht naar een zeehondenkliniek in Friedrichskoog, zeg maar het Pieterburen van Duitsland. Ze hebben daar ongetwijfeld ook een Duitse Lenie ’t Hart die het beestje met liefdevolle hand grootbrengt.
Nog even, en hij kan de Waddenzee weer in. Ga maar westwaarts, beste Fips. Mooie zandplaten zat, boven de Nederlandse kust. Leuke soortgenoten ook. Dan vergaat de lust tot huilen je vanzelf.