F-16’s maanden later naar Afghanistan
Zes Nederlandse F-16-gevechtsvliegtuigen van de vliegbasis Volkel gaan voorlopig niet richting Afghanistan. Voor de toestellen die Nederland levert aan de Amerikanen voor de strijd tegen het terrorisme is geen ruimte op de overvolle vliegvelden in de buurt van Afghanistan.
De toestellen kunnen op z’n vroegst pas over een maand of drie worden ingezet. De F-16’s zouden vanaf eind deze maand gaan opereren vanaf een basis in Kirgizië, een buurland van Afghanistan. Maar daar is het te vol met andere gevechtsvliegtuigen. Amerikaanse en Nederlandse defensieplanners hebben daarom besloten de inzet te verschuiven naar april of mei.
Het uitstel is pijnlijk, omdat de Nederlandse regering vorige maand veel waarde hechtte aan de stationering van eigen vliegtuigen die de 200 Nederlandse militairen van de Luchtmobiele Brigade kunnen beschermen. De militairen nemen deel aan de internationale veiligheidsmacht ISAF in Afghanistan. De bescherming, vooral nodig bij een eventuele vlucht voor geweld, wordt nu overgelaten aan de Amerikaanse en Britse vliegtuigen.
Voor de Tweede Kamer was deze luchtsteun erg belangrijk om in te stemmen met de uitzending van de Nederlandse grondtroepen. De noodevacuatie van ISAF-militairen hangt volgens Defensie niet af van de Nederlandse F-16’s. „Als de noodzaak er is kan en zal er worden geput uit een breed scala van middelen van de VS en andere landen”, aldus een woordvoerder.
De voorhoede van 32 Nederlandse militairen in Kabul is gisteren begonnen zich te installeren op een voormalig industrieterrein in het noorden van de Afghaanse hoofdstad. De Nederlanders zijn vriendelijk ontvangen door de lokale bevolking, maar mijden ’s avonds nog de straat wegens de grote criminaliteit en de avondklok, aldus woordvoerder luitenant-kolonel Calmeyer Meijburg.
De overste hoorde bij de eerste tien Nederlanders die vrijdag samen met zeventig Duitsers met een vertraging van twee dagen aankwamen in Kabul. De overige 22 Nederlanders volgden maandag. „Het is indrukwekkend om hier te zijn. Het is ontzettend vies en stoffig in de stad. Er hangt een walm van mist, uitlaatgassen, stof en rook van houtvuren. Maar we zijn -een enkele uitzondering daargelaten- zeer vriendelijk ontvangen door de Afghaanse bevolking.”
De overige 170 militairen komen vanaf volgende week naar Kabul. Maar het weer, de drukte van militaire- en hulpvluchten die allemaal naar Kabul willen, maken de planning moeilijk. Landen op het vliegveld kan alleen met redelijk weer omdat de luchtverkeersleiding geen instrumentarium heeft en piloten dus op het zicht moet landen.