Commentaar: SGP en vrouw
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens onderschreef eind vorige week het arrest van de Nederlandse Hoge Raad over het vrouwenstandpunt van de SGP. De staat is nu aan zet om passende maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de SGP vrouwen op kandidatenlijsten mogelijk maakt. Een zwarte dag voor de SGP, identiteitsgebonden instellingen en voor de parlementaire democratie.
Het vrouwenstandpunt van de SGP is voor de partij van fundamenteel belang. Als de rechter dan uitspreekt dat aan deze diepgewortelde overtuiging geen praktische consequenties verbonden mogen worden bij het opstellen van de eigen lijst, is dat schokkend. Dat is een aantasting van de vrijheid van godsdienst en van vereniging.
De rechterlijke macht kiest nu expliciet vóór non-discriminatie en tégen klassieke vrijheidsrechten. Het zou moedig zijn als politici hun stem daartegen zouden verheffen, zoals Bondskanselier Merkel vorige week dwars tegen een vonnis van een Duitse rechter in, een wet in het vooruitzicht stelde dat Joden en moslims hun jongetjes wel mogen besnijden. Niet de rechter, maar de wetgever heeft het laatste woord.
De vraag is diverse malen opgeworpen of de uitspraak van het Europese Hof ook consequenties heeft voor andere identiteitsgebonden instellingen. Op korte termijn zal dan niet het geval zijn, maar op langere termijn is dat zeker niet uitgesloten.
Zeker, met de uitspraak van het Europese Hof en de Hoge Raad in de hand, kunnen trouwambtenaren met gewetensbezwaren niet op straat worden gezet. Orthodoxe scholen worden hierdoor niet verplicht praktiserende homoseksuelen aan te nemen of in dienst te houden. Identiteitsgebonden instellingen kunnen hiermee niet worden gedwongen ook personeel aan te nemen dat de grondslag weigert te onderschrijven.
Maar de dragende gedachte achter de vonnissen rondom de SGP is dat het gelijkheidsbeginsel een fundamentele inbreuk mág maken op de klassieke vrijheidsrechten. En als die regel ook in andere dossiers wordt toegepast, dan dreigt er wel degelijk gevaar voor identiteitsgebonden instellingen.
Het is wrang dat niemand feitelijk ‘last’ heeft van de orthodoxe opvattingen. Er is geen homopaar minder getrouwd vanwege ambtenaren met gewetensbezwaren, geen enkele internetgebruiker lijdt eronder als Kliksafe centraal filtert en geen enkele vrouw wordt belemmerd in haar politieke ambities als de SGP geen vrouwen op kieslijsten plaatst.
De seculieren misgunnen de orthodoxen de vrijheid om te leven naar hun bijbelse opvattingen en leggen hun juk van vrijheid verplichtend aan anderen op. De christelijke staatsman Groen van Prinsterer zei het twee eeuwen geleden zo: „Vrij zijt ge, maar wee u indien ge uw vrijheden niet gebruikt naar mijn wenken en voorschriften.”
Het SGP-vonnis tast ook de fundamenten van de parlementaire democratie aan. Daarom was de dag waarop de uitspraak van de Hoge Raad onherroepelijk werd, een zwarte dag voor ons politieke stelsel. Een politieke partij mag zich niet meer organiseren naar haar eigen inzichten en dat in een land waar veel mag en kan.
Volgens de Hoge Raad mag de SGP straks geen vrouwen op kieslijsten weren, maar mag de partij in het parlement wel zeggen dat ze geen vrouwen op kandidatenlijsten wil. De partij mag wel principes hebben, maar mag er niet naar handelen. Als dat niet krom is.
Toch past het niet om alleen te somberen. Een christen die bijbels belijnd wil denken, kijkt niet alleen naar wat was, maar ook naar wat komt. Christenen moeten rekenen met verdrukking en zelfs met vervolging, maar weten ook dat er eenmaal een einde komt aan al het onrecht.