RD-redacteuren verkennen de grens van Nederland in een camper - Brabant
Vakantie vieren kan op veel verschillende manieren. Pluspunt verkent deze zomer de grenzen van Nederland. Met een camper. Aflevering 2.
Het Brabantse landschap ontrolt zich. Groene weilanden, donkere bossen, bloeiende heidevelden. Een boer bewerkt z’n licht glooiende akker. Iets verderop graast een schaapskudde. De bevolking oogt gemoedelijk. Brabanders kunnen echter ook knap nors zijn.
De scheidslijn Noord-Brabant-België is meer dan de moeite waard. Wie tijdens een trektocht met een camper de grens in al z’n grilligheid probeert te volgen, stuit op een reeks toeristische autoroutes. De Reynaerdtroute, de Zevenheerlijkhedenroute, de Schelde-Rheinroute. Stuk voor stuk aanraders.
Wouwse Plantage dient zich aan. Geraniumdorp 2011. Je moet je als gemeenschap maar zo willen presenteren. Een klinkerweg levert achter in de camper een herrie van jewelste op. De snelheid zakt –volgens een matrixbord langs de kant van de weg– noodgedwongen naar een 28 km/uur.
Rechtsaf richting Nispen. Het zoveelste kapelletje in de berm verraadt de overwegende geloofsovertuiging van de bevolking. Een kaarsje branden voor 50 cent. Een walm stijgt op uit het kapelletje van ”de Koningin van de Vrede”.
Autorijden kan knap vermoeiend zijn. Heerlijk om je matrasje onder handbereik te hebben. Als de Carado A366 in de berm is geparkeerd, ligt een lekker opgeschud bed klaar. Ideaal. Een paar minuten later is nog slechts een ruisende wind rond de camper te horen. De familie is onder zeil voor een korte siësta.
Het appartement op wielen beschikt over zes slaapplekken. Voorin, boven de cabine, een opklapbaar tweepersoonsbed. Achterin een stapelbed, middenin een neerklapbare ”dinette” voor nog een –kort– tweepersoonsbed.
Na een tukje van drie kwartier zetten de camperaars de trip uitgerust en opgeladen voort. Genietend over de grens. Een camperaar is net een schildpad, met zijn huis op z’n rug. Alleen dan een tikje sneller.
De weg voert langs de Oude Buissche Heide, richting Zundert en Achtmaal. Schilderachtige dorpjes, vaak niet meer dan gehuchten, met volstrekt onbekende namen. Evenals landgoederen.
Zundert is goed voor een tussenstop. De herinneringen aan Vincent van Gogh leven voort in zijn geboortedorp. Een wandeling –voor liefhebbers– voert langs z’n geboortehuis, speelplaatsen en de plek waar hij leerde schrijven en tekenen.
Een trektocht op de bonnefooi biedt altijd de nodige verrassingen. Links van de weg, in een weiland, liggen twee slappe luchtballonnen. Het opstijgen blijft een imposant gezicht. De branders loeien. Vanuit een geopend zijraampje kijken de camperaars relaxed toe. De blikken in het rieten mandje ogen knap angstig.
Hazeldonk glijdt voorbij. Truckers brengen op de grensovergang de nacht door. Een Duitse moslim spreidt voor een prullenbak z’n matje uit. Merkwaardig, Mekka ligt toch echt de andere kant op.
Langzaam valt de avond. Tijd om een slaapplaats te zoeken. Wie graag bivakkeert op een camping in eigen sfeer moet goed zoeken. Een beetje googelen levert volgens de site campingkeuze.nl welgeteld één christelijke camping op in Noord-Brabant, de Christoffelhoeve aan de Zeelandsedijk. In welke plaats blijft echter volstrekt onduidelijk.
Kamperen betekent ultieme vrijheid. Geen verplichtingen, geen afspraken. Zien waar je belandt. De keerzijde is dat soms ter plekke nog een overnachting geregeld moet zien te worden.
Baarle-Nassau/Baarle-Hertog lijkt een aardige pleisterplaats. „Bij het kruispunt met vier armen moet ge rechtsaf”, verklaart een behulpzame Belg. De zuiderburen blijven zonderling. „In België is alles anders”, grijnst hij.
De grens, gemarkeerd met roestvrijstalen punten op straat, loopt in de wonderlijke enclave dwars door winkels, dwars door voordeuren. Links België, rechts Nederland.
Baarle-Nassau telt drie campings, vertelt een bordje op de Pastoor De Katerstraat. De Heimolen klinkt wel rustiek. Rechtsaf, links aanhouden, rechtdoor. Langzaam voert de route steeds dieper België in. Gezien eerdere ervaringen met Belgische campings besluiten we echter rechtsomkeert te maken.
Poging nummer twee. Camping Steppe. De receptie blijkt gesloten. Een 06-nummer biedt uitkomst. „We zijn dicht”, meldt een vriendelijke dame ten overvloede. Het kampeercentrum is open voor Polen, Roemenen en meer Oost-Europeanen.
De laatste hoop is Pandorosa. Viersterrencamping. Zwembad, tennisbanen, jeugdhonk. Voor 31 euro mag de camper hier een nacht in het gras staan. Douche en wc zijn gratis. Wie rust en stilte zoekt, moet echter wachten tot diep na middernacht. Geen aanrader.
Kamperen blijft vol verrassingen. Aangename en minder aangename. Maar juist dat maakt het zo avontuurlijk. En aantrekkelijk.