Aan een touw dat hij tussen een paar bomen heeft gespannen, hangt Jeroen van den Hoek een vuile overall. „Vinden de mensen leuk. Maar laat mijn vrouw niet zien dat ik de was doe, want dan ben ik de pineut”, grapt hij.

De ‘waslijn’ hoort bij de aankleding van de nieuwste attractie van Sint Maartensvlotbrug, een dorpje tussen Schagen en Petten ingeklemd tussen bollenvelden en campings. Tulpenland is een 1,5 hectare groot beleef- en doebos voor jong en oud, aangelegd rondom een oude stolpboerderij. Centrale onderwerp, hoe kan het anders: de tulp. Een oer-Nederlandse bloem, geteeld op de zandgrond achter de Hollandse duinen. Of toch niet?

Wie een uurtje in het park heeft doorgebracht, weet wel beter. De bloem die wereldwijd symbool staat voor het landje aan de Noordzee, vindt zijn oorsprong in het Himalaya­gebergte. In de 16e eeuw plantte de Ottomaanse sultan Süleyman de Grote allerlei soorten tulpen in zijn paleistuin in Constantinopel. Hij was meer verliefd op zijn bloemen dan op de vrouwen uit zijn harem, zo wil het verhaal.

Het schijnt dat de bloem aan hem zelfs zijn naam te danken heeft: de bol lijkt als twee druppels water op de tulband van de sultan. Het Turkse woord ”dulbend” werd in Europa ”tulipan” en in Nederland tulp.

Kort voor 1600 haalde de Nederlandse plantenkenner Carolus Clusius de tulp van Constantinopel naar de Hortus Botanicus van de universiteit in Leiden. Op een kwade nacht in 1595 werden de bollen door dieven uit de grond gegraven en meegenomen. Vandaar dat dit jaartal officieel geldt als start van de tulpenteelt in Nederland.

In de 17e eeuw ontstond de beruchte windhandel in tulpenbollen, tot vandaag in de economieles schoolvoorbeeld van foute speculatie. Maar in de 20e eeuw werd de tulp echt booming business en groeide Nederland met de teelt en export van bollen én bloemen uit tot nummer één in de wereld.

Tulpenland vertelt het hele verhaal op een speelse manier. Het bospad voert je onder meer langs het paleis van de sultan, een straatje Amsterdamse grachtenpandjes en een enorme doolhof gebouwd van bollenbakken. Een paar trekkers met moderne machines laten zien hoe de bollen worden geplant en later gerooid.

Het pad eindigt in een moderne kas van het type waarin Nederlandse bloementelers uit de geoogste bollen de mooiste tulpen van allerlei kleuren tot bloei laten komen (in vakjargon: broeien). De jongste kinderen kunnen klimmen en ravotten, skelteren of gewoon in het zand spelen.

De naam Van den Hoek is in de bollenwereld zeer bekend. Jarenlang testte het gelijknamige broeiproevenbedrijf tulpen voor kwekers. Nog steeds broeit Van den Hoek tulpen voor bloemenshows in binnen- en buitenland, waaronder de Floriade en de Hongkong Flower Show. Maar tegenwoordig doet hij dat onder de bedrijfsnaam Fluwel, waarin ook de bollenexporteurs gebroeders Van der Veek participeren. Fluwel verkoopt bollen online over de hele wereld.

Een paar jaar geleden zijn de firmanten aan de Prinsengracht in Amsterdam met een winkeltje en een tulpenmuseum gestart. „Daar komen wel vaker mensen om een zakje tulpenzaad. Toen kregen we het idee om het verhaal van de tulp eens goed aan toeristen uit te leggen. Daaruit is Tulpenland ontstaan”, legt Van den Hoek uit.

Vrijdag wordt het park officieel geopend. Wie het verhaal heeft beleefd en weer terug is bij de entree in de stolp, kan meteen een zakje bollen meenemen. Want de meeste tulpen groeien immers niet uit zaad.