Visie van trouwambtenaar op huwelijk doet er niet toe
Bij het sluiten van een huwelijk gaat het om de visie van de echtelieden op het huwelijk, en niet om die van de trouwambtenaar, stelt dr. Henk Post.
De Tweede Kamer wil zo snel mogelijk af van trouwambtenaren die gewetensbezwaren hebben tegen het sluiten van homohuwelijken. Ondanks verzet van de christelijke partijen lijkt het erop dat de gewetenbezwaarde ambtenaar het veld zal moeten ruimen. Het is jammer dat zich rond de positie van deze ambtenaar een strijd ontwikkeld heeft die veel weg heeft van een prestigestrijd waarin de standpunten onbeweeglijk zijn. Deze strijd had er niet hoeven te zijn.
Nederland heeft een lange en ruime traditie in het erkennen van gewetensbezwaren. Het is opmerkelijk dat seculiere politici in meerderheid weinig of geen tolerantie kunnen opbrengen voor de weigerambtenaar. In de praktijk hoeft er immers in geen enkele gemeente een probleem te ontstaan als een trouwambtenaar gewetensproblemen heeft met het homohuwelijk.
Tegelijkertijd is het echter goed om de vraag te stellen waar de bezwaren van de weigerambtenaar zich tegen richten. Ik wijs op twee misverstanden. Het eerste is de veronderstelling dat in de Nederlandse wet een homohuwelijk is opgenomen. In het wetboek is het burgerlijk huwelijk geregeld in de vorm van een universeel huwelijk. Het is een echtverbintenis tussen twee vrije individuen, ongeacht ras, geloof, geaardheid of geslacht. Dit past in het denken over mensenrechten zoals zich dat na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld heeft. Tegen een dergelijke visie op het huwelijk mogen we persoonlijk uiteraard bezwaren hebben. Dat behoort tot de vrijheid van godsdienst.
Het tweede misverstand is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand of trouwambtenaar degene is die huwelijkskandidaten trouwt en in de echt verbindt. Volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek trouwen de echtelieden elkaar, en doen zij dat ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand, in het bijzijn van getuigen. De ambtenaar heeft allereerst de taak te verifiëren of formele beletselen een huwelijk niet in de weg staan en of er bepaalde formaliteiten in acht zijn genomen. Nadat de echtelieden elkaar het jawoord hebben gegeven, dient de ambtenaar daarvan akte te verlenen en zorg te dragen voor het inschrijven in het register. Ceremoniële franje komt in de wet niet voor.
In onze rechtsstaat mag de ambtenaar zijn publieke dienstverlening niet discriminatoir verlenen. Zonder aanzien des persoons dient de ambtenaar van de burgerlijke stand het werk te doen dat de wet opdraagt: controleren of er wettelijke beletselen zijn, akte verlenen van het in het openbaar geuite wilsbesluit van twee echtelieden en zorgen voor een correcte registratie. Daarbij mag de ambtenaar afzien van een ceremonieel optreden als de echtelieden hem of haar daartoe niet kunnen motiveren. Paren van gelijk geslacht kunnen dan kiezen tussen een kaal trouwmoment in een spreekkamer of aan de balie in het gemeentehuis, of een feestelijk aangeklede plechtigheid met een andere ambtenaar die geen gewetensbezwaar heeft.
Bij het sluiten van een huwelijk gaat het dan ook niet om de visie of overtuiging van de ambtenaar. Dat hij of zij persoonlijk een huwelijk van personen van gelijk geslacht goedkeurt of verwerpt, is ten principale niet aan de orde.
Aan het wijdverbreide misverstand op dit terrein heeft RefoAnders bijgedragen met de open brief die het onlangs schreef (RD 5-7). Deze belangenorganisatie van homo’s in de reformatorische gezindte is van mening dat een integer functionerende ambtenaar met gewetensbezwaren homo’s juist respect bewijst als hij zich niet opdringt met zijn visie, maar een stap terug doet en een collega-trouwambtenaar de ruimte biedt. Gelet op wat ik heb uiteengezet, zal het duidelijk zijn dat het bij de huwelijkssluiting gaat om de visie van de echtelieden op het huwelijk, en niet om die van de trouwambtenaar.
Tot slot wil ik wijzen op een punt dat buiten de discussie wordt gehouden. Het gaat altijd over de gewetensbezwaren van de trouwambtenaar. Maar deze ambtenaar staat, evenals de andere ambtenaren op het gemeentehuis, onder het gezag van het college van burgemeester en wethouders.
In de reformatorische gezindte wordt wel gesproken over de bezwaren van de trouwambtenaar, maar niet over die van de burgemeester of wethouder onder wiens bestuurlijke verantwoordelijkheid huwelijken van personen van gelijk geslacht gesloten worden.
Als christenen die naar de norm van Gods Woord wensen te leven, mogen we als trouwambtenaar niet fungeren bij de sluiting van een zogenoemd homohuwelijk. Maar mogen we wel burgemeester of wethouder zijn op datzelfde gemeentehuis? Zijn we met deze opstelling principieel?
Het lijkt mij van niet. Óf je kunt trouwambtenaar, wethouder en burgemeester zijn binnen een rechtsstaat waarin personen van gelijk geslacht met elkaar trouwen, óf je kunt geen van deze drie ambten vervullen.
De auteur doet onderzoek naar godsdienstvrijheid en publiceert regelmatig op dit gebied. www.drhenkpost.nl