Johan Boeder vindt erkenning als expert op JSF-gebied
Dat iemand uit de lezerskring van deze krant er de hand in heeft dat het Joint Strike Fighterproject aan het wankelen is gebracht, mag gerust opzienbarend worden genoemd. Defensie, daar hebben reformatorische mensen wel wat mee. Aan ons leger hebben we niets minder dan onze vrijheid te danken, en daar moet iedereen dan ook vanaf afblijven.
Toch weerhoudt die wetenschap RD-lezer Johan Boeder uit Kesteren er niet van om zijn zoektocht naar de feiten over het omstreden straaljagerproject onverdroten voort te zetten. Hem is er veel aan gelegen de werkelijke stand van zaken te achterhalen. Zijn loyaliteit aan het apparaat dat in binnen- en buitenland de vrede moet bewaken, verplicht hem daar in zijn ogen toe. Naar zijn zeggen staat de toekomst van de luchtmacht in het vrije Westen op het spel als uitkomt wat hij vreest, namelijk dat het miljardenproject uitloopt op een fiasco.
Boeder heeft zich zo diep in dit dossier ingegraven dat hij zo’n beetje de enige buitenstaander in ons land is die zich topexpert op JSF-gebied mag noemen. Vandaar dat verschillende Kamerleden hem regelmatig raadplegen. Met name de defensiespecialisten van de oppositiepartijen weten hem te vinden. Dat hij hen van informatie voorziet, nemen sommigen in eigen kring hem kwalijk. Maar hem gaat het uitsluitend om het belang van de zaak.
Hij zei dan ook direct ja toen hij enkele jaren geleden werd uitgenodigd voor een JSF-hoorzitting in de Tweede Kamer. Daar verzorgde hij een gedegen maar kritische presentatie. Zoals bekend is er inmiddels een meerderheid in de Kamer die het hele project niet meer ziet zitten. Het gaat daarom heel spannend worden rond dit dossier.
Wat beweegt iemand om zo veel kennis te vergaren dat het dozen vol ordners beslaat, terwijl hij ook nog eens een bedrijf op het gebied van landbouwautomatisering heeft? Waarom dan voor dag en dauw opstaan –want dat doet hij– om een zoveelste rapport door te akkeren of zijn eigen JSF-website (jsfnieuws.nl) bij te werken?
In de Volkskrant zei het vroegere Kamerlid Herben vorige week zijn twijfels te hebben of hier nog wel sprake is van onbaatzuchtigheid. Herben lobbyt tegenwoordig voor wapenfabrikanten en het zou hem niet verbazen als Boeder betaald wordt door de concurrentie. Ook anderen vermoedden dat de lastpak uit de Betuwe stiekem smeergeld van belanghebbenden opstrijkt. Boeder doet dat soort aantijgingen af met een laconiek schouderophalen. Herhaaldelijk heeft hij aangeboden zijn bankafschriften beschikbaar te stellen voor nader onderzoek. Zolang niemand daarop is ingegaan, moeten ze naar zijn mening hun mond houden.
Het JSF-dossier is niet het eerste waar Boeder zijn tanden in zet. Als hij lucht krijgt van een samenknoping van onrecht, begint er iets in hem te kriebelen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de ramp met de Hercules in 1996. Het betrof een toestel van de Belgische luchtmacht dat op de Vliegbasis Eindhoven zou landen om een Nederlands muziekkorps van de landmacht af te zetten. De piloten schrokken bij de nadering van de landingsbaan van een zwerm vogels en probeerden een doorstart te maken. Die mislukte jammerlijk. De motoren raakten zwaar beschadigd en het toestel stortte neer.
De brandweer van de luchthaven was er heel snel bij, maar volstond in eerste instantie met het blussen van de brand. Dat de bemanning de crash niet had overleefd, was meteen duidelijk, maar dat er achterin ook nog eens 37 mensen zaten, was de brandweer niet bekend. Daar kwamen de spuitgasten pas achter toen de laadruimte na het blussen van de brand werd geïnspecteerd.
De hele gang van zaken was omgeven met vraagtekens. Zoals gebruikelijk deden allerlei instanties onderzoek naar oorzaak en toedracht, waarna zij hun bevindingen in een lijvige stapel rapporten presenteerden. Daarmee leek de zaak afgewikkeld.
Maar niet voor Johan Boeder. Hij is luchtvaartfreak en voelde aan zijn theewater dat de echte waarheid werd achtergehouden. Van meet af aan werd er met de waarheid een loopje genomen. Zo ontkende de burgemeester van Eindhoven vrijwel direct na de ramp dat het aantal dodelijke slachtoffers veel lager had kunnen zijn. Hoe kon hij dat zo snel weten? Ook beweerde de top van de Belgische luchtmacht dat de bemanning niets te verwijten viel. In België zijn ze nu eenmaal gewend omgekomen militairen een glansrol toe te dichten. Dat is op zich natuurlijk een nobele instelling, maar de veiligheid van de luchtvaart is daar meestal niet mee gediend.
Dat bij een crash het vliegtuigwrak bij wijze van spreken tot het laatste schroefje wordt nageplozen, gebeurt niet om bemanningsleden postuum te kijk te zetten, maar om vast te stellen wat er mis is gegaan. Daar kunnen anderen hun voordeel mee doen.
Ergens in een doos op zolder moet nog een rapport liggen dat Johan Boeder indertijd opstelde. Het getuigde van een taaie speurzin en een sterk analytisch vermogen. Erkenning heeft hij toen niet gekregen. Nu wel. Een ogenschijnlijk machteloze burger blijkt tot veel in staat. De toekomst zal uitwijzen hoe dankbaar we hem daarvoor moeten zijn.