Fikse verschillen in tarieven hypotheekaanbieders
Huizenkopers doen er goed aan de hypotheekaanbiedingen van verschillende partijen naast elkaar te leggen. Gemiddeld lopen de offertes voor een hypotheek met een rentevaste looptijd van tien jaar 1 procentpunt uiteen.
Dat is de belangrijkste conclusie van een maandag gepubliceerd onderzoek naar de verschillen in rentetarieven van hypotheekverstrekkers in de periode 1996–2001. De studie is uitgevoerd door twee onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) en de Universiteit van Utrecht.
Het grootste renteverschil bij banken kwam in deze jaren uit op 0,6 procentpunt, terwijl het gat tussen de levensverzekeraar met de hoogste gemiddelde rente en de laagste 1,28 procentpunt bedroeg. Hieruit valt echter niet te concluderen dat kredietaanvragers bij een levensverzekeraar duurder of juist goedkoper uit zijn dan bij een bank.
De laagste rente bij een levensverzekeraar kwam lager uit dan de laagste rente bij een bank. Tegelijkertijd bleek ook de hoogste rente bij een levensverzekeraar hoger dan de hoogste tarieven bij een bank, aldus de onderzoekers.
In de periode van het onderzoek hadden banken de hypotheekmarkt voor 40 procent in handen, terwijl levensverzekeraars 15 procent bedienden. De rest van de hypotheken werd verstrekt door onder meer pensioen– en bouwfondsen.