De toonaangevende Dow-Jonesindex stond aan het einde van de handel 36,18 punten (0,3 procent) lager op 12.736,29 punten. De breed samengestelde S&P 500-index daalde 2,22 punten (0,2 procent) tot 1352,46 punten en de technologiebeurs Nasdaq noteerde 5,56 punten (0,2 procent) lager op 2931,77 punten.

In Japan bleek maandag dat de orders voor nieuwe machines in mei aanzienlijk sterker zijn gedaald dan verwacht. Uit China kwam het bericht dat de inflatie vorige maand is afgezwakt tot het laagste niveau sinds begin 2010. Dat kan duiden op een verdere afkoeling van de groei van de Chinese economie. Dit nieuws kwam bovenop een tegenvallend Amerikaans banencijfer dat vrijdag naar buiten kwam.

Ook de schuldencrisis zorgde opnieuw voor onrust. De rentes op Spaanse en Italiaanse staatsobligaties stonden maandag weer op de onhoudbare niveaus van voor de eurotop van eind vorige maand. De ministers van Financiën van de eurolanden zijn maandag in Brussel bijeen om verder te praten over de afspraken die op die top zijn gemaakt.

Zorgverzekeraar WellPoint (plus 3,4 procent) was een van de stijgers in New York. Het bedrijf maakte bekend branchegenoot Amerigroup over te willen nemen voor 4,5 miljard dollar. Met die aankoop wil WellPoint profiteren van de nieuwe zorgwet van president Obama. Amerigroup sprong 38 procent omhoog.

Vliegtuigbouwer Boeing won 0,5 procent. Boeing tekende maandag een contract ter waarde van 7,2 miljard dollar met de leasemaatschappij Air Lease voor 75 toestellen.

Beleggers waren verder in afwachting van het Amerikaanse kwartaalcijferseizoen. Dat begon maandag nabeurs met cijfers van aluminiumconcern Alcoa. Het aandeel Alcoa steeg licht.

De euro noteerde 1,2317 dollar, tegen 1,2300 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met 1,5 procent tot 85,75 dollar. Brent klom 1,7 procent.