In oude catechismus is drieslag van de Heidelberger niet chronologisch
In een oude lutherse catechismus, opgesteld vóór de Heidelberger Catechismus, trof prof. dr. W. Verboom
de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid reeds aan. Onlangs deed ik in het archief van de stad Heidelberg een ontdekking. Ik had een lutherse catechismus in handen, verschenen enkele jaren voor de Heidelberger. Tot mijn verrassing zag ik dat ook deze catechismus al de ons zo vertrouwde drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid kent.
Waar gaat het hier over? De catechismus die ik in handen had, was een leerboekje dat in Heidelberg in 1558 verscheen. Het heet ”Ein kurtze Ordenliche Summa der rechten waren Lehre unsers heiligen Christlichen Glaubens”. Het verscheen onder de voorganger van de keurvorst Frederik III, Ottheinrich, die regeerde van 1556 tot 1559 in de Palts. Het geschrift was al eerder uitgebracht in Regensburg door een onbekende auteur. Ottheinrich heeft kennelijk besloten dit boekje als leerboekje voor zijn gebied te gebruiken en het daarom uit te geven.
Het opmerkelijke van deze lutherse catechismus is dat hij bestaat uit de drie delen ellende, verlossing en dankbaarheid.
Avondmaal
Aan het slot van de catechismus treffen we aan: ”Eine Kurtze Christenliche bekentnuß für iunge Kinder und einfeltige menschen” (Een korte christelijke belijdenis voor jonge kinderen en eenvoudige mensen). Vermoedelijk moeten we dit zien als een korte geloofsbelijdenis die men in Heidelberg aflegde bij de toelating tot het avondmaal.
In deze korte geloofsbelijdenis van kinderen en eenvoudigen vinden we opnieuw de drieslag: het kind belijdt ellendig, verlost en tot dankbaarheid geroepen te zijn. De tekst van deze drievoudige belijdenis luidt (vertaald) als volgt:
„Ten eerste belijd ik dat ik een arm zondig mens ben (…).
Ten tweede belijd en geloof ik dat (…) onze lieve Heere Jezus Christus (…) voor mij (…) vergeving van mijn zonden en het eeuwige leven verworven en verdiend heeft.
Ten derde belijd ik dat ik vanwege zo’n grote genade en weldaad God zal dankbaar zijn (…).”
Nu is het bekend dat bij de totstandkoming van de Heidelberger gebruikgemaakt is van andere leerboekjes. Welnu, wat ligt er meer voor de hand dan te denken dat Ursinus deze lutherse catechismus van 1558 heeft gekend en de driedeling hieruit heeft overgenomen?
Irenisch
Wat betekent dit? In de eerste plaats wordt Ursinus hiermee getypeerd als een irenisch theoloog. Mijns inziens ging hij wijs om met een bestaande gewoonte in Heidelberg. De belijdenis die sinds 1558 in Heidelberg in gebruik was, integreerde hij in zijn eigen catechismus.
Ten tweede: Deze historische gegevens laten zien dat de volgorde van de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid niet chronologisch bedoeld is. In de eerste plaats zien we in de hierboven genoemde lutherse catechismus van 1558 dat het kind, voordat het naar het avondmaal gaat, de drie stukken als een eenheid belijdt.
Vervolgens: Wie de gereformeerde kerkorde die de keurvorst Frederik III in 1563 invoerde, waarin ook de Heidelbergse Catechismus staat, bestudeert, komt daarin ook het avondmaalsformulier tegen. Ons klassieke avondmaalsformulier is daar weer van afgeleid.
Wat zien we in dit avondmaalsformulier van de Palts? Voordat het avondmaal gevierd wordt, gaat de gemeente staan en antwoordt zij gezamenlijk op enkele vragen die haar gesteld worden. Kort samengevat gaat het in die vragen dan weer om de drieslag - net zoals in de voorafgaande belijdenis in de lutherse catechismus:
„Belijdt u een arme zondaar te zijn (ellende)?
Belijdt u dat Jezus Christus uw Zaligmaker is (verlossing)?
Belijdt u dat u voor deze verlossing dankbaar dient te zijn (dankbaarheid)?”
De gemeente antwoordt als geheel hierop: „Ja.” Opnieuw zien we hierin de gelijktijdigheid van de kennis van ellende, verlossing en dankbaarheid, als de drie kernen van het geloof.
Conclusies
Mijn conclusies ten aanzien van mijn ontdekking in het stadsarchief van Heidelberg zijn deze:
In Heidelberg was er bij het aantreden van Frederik III een stroming die genuancéérd luthers was, richting de gereformeerden (Melanchthon).
Het getuigt van wijsheid dat Ursinus zich aansloot bij de drieslag van een in Heidelberg gebruikte lutherse catechismus.
De drieslag werd in 1563 in de gereformeerde kerkorde van Heidelberg, in de lijn van de lutherse catechismus van 1558, niet chronologisch opgevat.
De auteur is namens de Gereformeerde Bond hoogleraar aan de Universiteit Leiden.