Naar verwachting zal er uiterlijk in 2017 een Omgevingswet komen, die een hele riedel andere wetten vervangt. Dan kan de Crisis- en herstelwet, die dateert uit maart 2010, ook de prullenbak in.

Het permanent maken van de Crisis- en herstelwet was een van de doelen van het inmiddels gevallen kabinet. Volgens minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) wordt er dankzij de wet veel tijdwinst geboekt. „Tot wel 25 procent bij behandeling van besluiten”, zei ze eerder. Ook kon dankzij de wet een inhaalslag worden gemaakt met infrastructuurprojecten, zoals bijvoorbeeld met de aanleg van de A4 bij Midden-Delfland.

Bovendien zorgt de wet in deze economisch onzekere tijden voor veel werkgelegenheid, stelt Schultz. Ook woningbouwprojecten kunnen door de wet snel worden gerealiseerd. „Er zijn 600 woningen gebouwd. Dat is goed voor 1200 manjaren werk”, stelde Schultz. Inmiddels zijn al 70 projecten uitgevoerd of begonnen met behulp van de wet.

Het permanent maken van de wet kreeg de steun van VVD, PVV, PvdA, CDA, ChristenUnie en SGP. Er waren echter ook een aantal partijen fel tegen het verlengen van de wet. Volgens GroenLinks en de Partij voor de Dieren wordt de wet gebruikt om projecten, zoals vliegvelden en wegen, door te drukken ten koste van de natuur.

D66 en de ChristenUnie hadden er voor gepleit om de wet niet permanent te maken, maar er wél een einddatum op te plakken. Een voorstel om de wet op dit punt te wijzigen haalde het echter niet, waardoor de Crisis- en herstelwet zonder verloopdatum zal worden voorgelegd aan de Eerste Kamer.