Opinie

Commentaar: Kabinet zorgt zelf voor mist rond noodfonds ESM

„Er wordt hier mist en zand in de ogen gestrooid. Dat is een zware verantwoordelijkheid”, stelde minister De Jager (Financiën) in mei tegen de PVV tijdens een debat over het ESM; het nieuwe noodfonds voor de eurozone.

5 July 2012 11:43Gewijzigd op 14 November 2020 21:59
Minister De Jager.  Foto ANP
Minister De Jager. Foto ANP

Omdat er de afgelopen week nieuwe mist ontstond, sprak de Kamer donderdag opnieuw met het kabinet over het fonds dat al door het parlement is aangenomen en waarin Nederland voor 40 miljard euro garant staat.

Om de leenkosten voor Spanje en Italië omlaag te brengen, namen regeringsleiders vorige week twee vergaande besluiten. Afgesproken is dat het ESM, behalve voor het verstrekken van leningen aan noodlijdende landen, ook ingezet mag worden om staatspapier van die landen op te kopen. Ook is bepaald dat het ESM op termijn (nadat de Europese Centrale Bank Europees bankentoezicht heeft opgetuigd) geld mag doneren aan noodlijdende banken in de eurozone.

Die laatste stap was opvallend. Tot nog toe hielden De Jager en premier Rutte de boot af. Pas op de lange termijn, wanneer het uniforme toezicht zou zijn geregeld, was bankensteun een optie, aldus De Jager. „Maar dat kan héél lang duren.” Rutte was, de dag voorafgaand aan de top, nóg stelliger. Nu praten over bankensteun betekende volgens hem „dat je de problemen met buitenlandse banken neerlegt bij de Nederlandse belastingbetaler.” Eerst moest „men in Zuid-Europa alle rommel opruimen bij de banken”, dan moest het gezamenlijk toezicht er komen en pas dan eventuele vervolgstappen, zoals bankensteun of onderlinge garanties, aldus Rutte.

Daarmee strooide Rutte de Kamer ook zand in de ogen, want een dag later werd in Brussel met directe bankensteun via het ESM toch de eerste belangrijke stap richting zo’n bankenunie gezet. Weliswaar onder de voorwaarde dat er eerst toezicht moet komen, maar het grote verschil is dat wat eerst het doel was (uniform bankentoezicht) nu het middel is geworden om een ander doel (bankensteun) mogelijk te maken. Die draai kan grote gevolgen hebben voor de tijdsdruk –er wordt aangekoerst op december– waaronder de ECB zijn toezicht moet optuigen en daarmee ook ernstige gevolgen hebben voor de belastingbetaler. Precies zoals destijds bij de invoering van de euro de toelatingscriteria plots minder belangrijk werden nadat er eenmaal een startdatum voor de muntunie was gekozen.

Mist ontstond er deze week ook omtrent het Nederlandse vetorecht bij de besteding van ESM-geld. Volgens De Jager was dit „bij alle belangrijke beslissingen” goed geregeld. Slechts „in héél bijzondere noodsituaties”, bepaald door de ECB en de Europese Commissie, kon een meerderheid van 85 procent (Nederland telt mee voor 5,7 procent) van de eurolanden er maatregelen doordrukken.

Deze week bleek pijnlijk hoe EU-voorzitter Van Rompuy en Spanje dit toch wat anders interpreteren. In hun ogen kan de noodprocedure doelbewust worden ingezet om dwarsliggers buitenspel te zetten. De Jager ontkende dit gisteren, maar duidelijk is wel dat het kabinet onvoldoende heeft laten vastleggen wanneer bij het ESM wel of niet de nood aan de man is.

Voor die mistige situatie zijn Rutte en De Jager zelf verantwoordelijk.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer