Voor het eerst in bijna een maand noteerde Brentolie dinsdag meer dan de 100 dollar (79 euro) per vat. Amerikaanse olie kostte ruim 87 dollar. Woensdag liepen de prijzen wat terug en trad er een zekere stabilisatie op. Donderdagmorgen kostte Brentolie ruim 99 dollar.

Het wachten is op mogelijke nieuwe steunoperaties van de Europese Centrale Bank (ECB), die donderdag zijn maandelijkse monetaire vergadering houdt.

Beleggers verwachtten dat de ECB de herfinancieringsrente (de rente die banken betalen voor hun leningen bij de ECB) verlaagt van 1 naar 0,75 procent. Daarmee zou die voor het eerst in het bestaan van de euro onder de 1 procent duiken. Een renteverlaging zal echter niet veel helpen in de bestrijding van de crisis, omdat de rente al jarenlang erg laag is. President Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds pleitte deze week daarom voor nieuwe aankopen van staatsobligaties door de ECB.

De afgelopen weken was de olieprijs als gevolg van de recessie in Europa en de afzwakkende economische groei in China fors gedaald. Op 20 juni noteerde Brentolie het laagste niveau in anderhalf jaar. Tot teleurstelling van Amerikaanse beleggers kwam de Federal Reserve (Fed), het stelsel van centrale banken in de Verenigde Staten, toen niet met nieuw beleid om de economie te stimuleren.

Direct na de eurotop van vrijdag begon de olieprijs aan een stevige opmars. Beleggers reageerden opgetogen op de onverwachte uitkomsten van de top. De regeringsleiders spraken af dat noodlijdende banken rechtstreeks steun kunnen krijgen vanuit het noodfonds ESM en dat er een uniform bankentoezicht in de eurozone komt.

Amerikaanse olie steeg vrijdag in één dag 9 procent in prijs, Brentolie een kleine 7 procent. Maandag en dinsdag zette de stijging door. Daarbij speelde mee dat handelaren verwachten dat ook China maatregelen zal nemen om de eigen economische groei te bevorderen. Bovendien is de markt bezorgd over de invloed van de Iraanse kwestie op de aanvoer van olie. Tegen Iran zijn sinds zondag Europese sancties van kracht. Het land dreigt daarom het transport van olie door de Straat van Hormuz te blokkeren. Daar komt nog bij dat ook de olieproductie in Noorwegen door een staking met zeker 15 procent is afgenomen.