De Dow Jones-index noteerde in de middaghandel 0,3 procent lager op 12839 punten. De S&P 500-index verloor 0,1 procent en stond op 1360 punten. De Nasdaq kreeg er 0,1 procent bij en noteerde 2937 punten.

Kort na de opening van de beurzen werd bekend dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie in juni was gekrompen. Het gaat om de eerste krimp sinds juli 2009. Volgens onderzoeksbureau ISM was de inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse industrie gedaald van een stand van 53,5 in mei tot 49,7 in juni. Een stand boven de 50 wijst op groei in de sector, een uitslag onder de 50 wijst op krimp.

Eerder al kwam er gelijksoortig slecht nieuws over de industriële bedrijvigheid in Europa en bleek ook de inkoopmanagersindex in China te zijn gedaald.

Volgens Amerikaanse analisten weerstaat de aandelenhandel op Wall Street desalniettemin de druk naar beneden, omdat beleggers hopen dat de centrale bank, de Federal Reserve, nu meer reden heeft om nieuwe stimuleringsmaatregelen af te kondigen. De Fed vergadert weliswaar pas eind juli, maar de verwachting van nieuwe steunprogramma’s was toch al goed voor de stemming op Wall Street.

Ook nieuws en geruchten over (mogelijke) overnames gaven de markt steun. Zo kreeg winkelketen Best Buy er 8,2 procent bij door berichten over een mogelijke verkoop. Biotechnologiebedrijf Amylin Pharmaceuticals steeg bijna 9 procent nadat farmaceut Bristol-Myers Squibb had laten weten de onderneming over te nemen.

De euro noteerde op 1,2585 dollar, even hoog als bij het sluiten van de Europese beurzen. De olieprijs leverde maandag wat in na de sterke rally van vrijdag. De Amerikaanse olie noteerde 2 procent lager op 82,25 dollar per vat. Brentolie verloor 1,3 procent tot 96,53 dollar.