Lease-auto’s
Hoewel de derde dinsdag in september altijd nog wel een paar verrassingen in petto heeft, zijn de meeste kabinetsplannen op financieel en ander gebied tegenwoordig al eerder bekend. Zo worden we al wekenlang geconfronteerd met ingrijpende voorstellen ten aanzien van de volksgezondheid.Deze week kwam ook naar buiten dat het kabinet in zijn belastingplan tot een andere behandeling van de lease-auto wil komen. De regels worden simpeler en voor de berijder van een lease-auto meestal gunstiger. Zo vermindert de maximale fiscale bijtelling van 25 naar 20 procent van de cataloguswaarde, en al het woon-werkverkeer geldt voortaan als zakelijk verkeer.
Een auto van de baas is in eerste instantie voor zakelijk gebruik. Maar veelal worden die auto’s ook voor privé-doeleinden gebruikt. Of er is (met name in de bouw- en de onderhoudssector) een sterke verwevenheid van zakelijk gebruik en woon-werkverkeer. Wie niet te veel aan de fiscus wilde betalen, moest de laatste jaren een ingewikkelde rittenboekhouding bijhouden.
Dat wordt nu vereenvoudigd in voor de leaserijder gunstige zin. En dus in ongunstige zin voor de fiscus. Die schiet er straks bij in.
Aangezien echter het begrotingstekort al te veel is opgelopen, moet dat op hetzelfde vlak gecompenseerd worden. Dat gebeurt door het gebruik van de eigen auto voor zakelijke ritten minder aantrekkelijk te maken.
Thans mag de werkgever daar 28 eurocent per kilometer voor betalen. Dat wordt straks tot bijna de helft teruggebracht. Is het nu nog zo dat die kilometervergoeding (afhankelijk uiteraard van het type auto dat men rijdt en of die nieuw aangeschaft is of niet) voldoende is om vaste en variabele kosten te dekken, straks kan men daar niet veel meer dan de benzine van betalen.
Toch zijn er heel wat werknemers die structureel hun eigen auto gebruiken voor hun werk. Zonder auto zouden zij dat werk niet kunnen doen. Het overstappen naar een lease-auto (als hun baas daar al voor zou voelen) is voor hen lang niet altijd aantrekkelijk. Dan komt men terecht bij een nieuwe auto, terwijl men nu in een niet al te dure occasion rijdt.
Ongetwijfeld zal, als deze maatregelen doorgaan, het aantal lease-auto’s in ons land verder stijgen. De vraag is of dat maatschappelijk gezien wenselijk is. Bij lease-auto’s is het nogal eens zo dat het qua kosten niet zoveel uitmaakt hoeveel privé-kilometers men rijdt. Een afremmen van de groei van het autoverkeer wordt hier zeker niet mee bereikt.
De gunstiger bijtellingregeling zal vooral ten goede komen aan de hogere inkomensgroepen, terwijl het daarentegen juist de mensen in de lagere inkomensgroepen zijn die straks een veel geringere kilometervergoeding krijgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor grote aantallen werkers in de sector kraam- en thuiszorg.
Alleen al het gezichtspunt van de billijke lastenverdeling zou voldoende reden zijn om deze plannen kritisch te bezien als ze straks in de Tweede Kamer aan de orde komen. De vereenvoudiging van de fiscale behandeling van de lease-auto is zeker een pluspunt, maar het zakelijk gebruik van de eigen auto wordt straks wel erg afgestraft.