Dermatoloog André Knulst: Verbeter waarschuwing allergie
UTRECHT – Producenten van voedingsmiddelen hoeven een allergeen pas vanaf een bepaalde drempelwaarde te vermelden op het etiket.
Dat stelt dermatoloog André Knulst in het jongste nummer van Uniek, een uitgave van het UMC Utrecht, dat donderdag verscheen.
Het UMC Utrecht en TNO lopen wereldwijd voorop in het vaststellen vanaf welke concentratie fabrikanten moeten vermelden dat er allergieopwekkende stoffen in het eten zitten, zoals noten, koemelk en kippenei.
De onderzoekers meten daarvoor bij heel gevoelige patiënten de drempelwaarde. „Vroeger dachten we dat een allergische reactie alles of niets was”, aldus Knulst. „Een patiënt zou altijd reageren, ook op een minuscule hoeveelheid allergeen, zoals pinda. Wij hebben laten zien dat dat niet zo is. Ook extreem gevoelige patiënten kennen drempelwaarden.”
Dat houdt in dat voedingsmiddelenbedrijven alleen boven een bepaalde concentratie allergenen moeten vermelden op het etiket. „Nu bevat ál het voorverpakte brood in Nederland de waarschuwing dat het sporen van noten kan bevatten. Dat beperkt de keuze van de consument. Bovendien nemen allergische patiënten de waarschuwing niet serieus als ze dat brood al jaren eten”, aldus Knulst.
Het doel is 95 tot 99 procent van de patiënten volledig te beschermen. „Verwacht wordt dat de resterende 1 tot 5 procent slechts een milde reactie zal krijgen omdat de concentratie allergeen zo laag is.”
Australië heeft deze nieuwe benadering al overgenomen.