De regeringsleiders van Italië en Spanje zetten de afgelopen dagen openlijk de andere leiders van de eurolanden onder druk. Zij willen dat Europa hen helpt de rentes omlaag te brengen. De Italiaanse premier Mario Monti dreigde niet eerder terug te keren naar Italië totdat er iets is gedaan aan de hoge rentes.

De deskundigen buigen zich over een mogelijke rol van het permanente noodfonds voor de eurozone (ESM) om het probleem op te lossen. Het ESM kan staatsobligaties van landen opkopen. Het is de bedoeling dat daardoor de rente zakt.

Voordat het fonds staatspapier opkoopt, moet er wel een officieel verzoek gedaan worden door het betrokken land. Op dit moment ligt een dergelijk verzoek er nog niet.

Daarnaast wordt er gesproken over een mogelijke aanpassing van het ESM. De deskundigen kijken vooral naar de status die het fonds krijgt bij het faillissement van een land dat geld heeft gekregen uit het fonds, zo weet het Belgische persbureau Belga. Het ESM staat dan vooraan, waardoor de kans van andere investeerders om hun geld terug te krijgen kleiner is.

Beleggers zijn daarom nu huiverig om in te stappen in staatsobligaties van probleemlanden. De rentes van deze landen blijven daarom onder druk staan. Italië en Spanje moeten nu ruim 6 procent rente betalen op leningen.

Een besluit zal er donderdag niet vallen. De financiële experts zullen de regeringsleiders van de eurozone informeren. Zij praten vrijdag in een aparte top over de uitdagingen en problemen in de eurozone.