Anomaliën maken het de wetenschapper lastig
De gedachte dat de wetenschap bijna alle natuurverschijnselen onder controle heeft, klopt niet. Voor verschillende zaken heeft de huidige wetenschap geen verklaring; sommige zetten de bestaande theorie zelfs op losse schroeven, stelt de Britse wetenschapsauteur Michael Brooks.
Brooks zou in zijn boek ”13 keer onverklaarbaar” uitgebreid kunnen inzoomen op ufo’s, astrologie en horoscopen, maar dat doet hij niet. Hij richt zich op anomalieën, harde waarnemingen waarvoor de gangbare wetenschap nog altijd geen goede verklaring voorhanden heeft.
Een daarvan is het bestaan van een bepaalde aantrekkingskracht die spiraalsterrenstelsels hun specifieke vorm geeft. Kosmologen schrijven die toe aan een geheimzinnige donkere materie. Die zou bestaan uit zogeheten neutralino’s, een superzwaar deeltje met allerlei exotische eigenschappen. Brooks wijst echter op een nijpend probleem: „Niemand weet of neutralino’s überhaupt bestaan.”
Ook concluderen kosmologen dat het heelal steeds sneller uitdijt. Hoe dat komt, weten ze niet. „Het enige wat ze kunnen bedenken, is dat een mysterieuze donkere energie bezig is het heelal op te blazen”, aldus Brooks. Beide kunstgrepen hebben de wetenschappers toegepast omdat zonder de donkere energie en donkere materie 96 procent van het heelal onverklaarbaar blijft.
De beide Pioneerruimtesondes van NASA bezorgden de natuurkundigen ook genoeg hoofdbrekens. Een of andere geheimzinnige kracht bracht de sondes uit de baan die ze volgens de wetten van Newton zouden moeten volgen. Van alle geopperde verklaringen voldoet er niet een, weet Brooks.
Hij vindt het een opwindende gedachte dat het beeld van het heelal binnen afzienbare tijd zal moeten worden bijgesteld. „Het enige wat we kunnen doen is een volgend bewijsstuk aandragen. Als al die inspanningen tot de ontdekking van een nieuwe kracht leiden, des te beter.”
Het is echter niet de laatste anomalie die Brooks heeft verzameld. Allerlei zogeheten natuurconstanten blijken te variëren in de tijd. Zo ontdekte de Canadese natuurkundige John Moffat in de jaren 90 dat de lichtsnelheid varieert, een feit waarvoor hij pas een tiental jaar later erkenning kreeg, aldus Brooks.
Ook de constante alfa, belangrijk voor de samenstelling van het heelal, was in het verleden een miljoenste deel groter dan nu, ontdekte de Australische natuurkundige John Webb. Alfa mag niet te veel veranderen, want dan kan geen enkele ster meer stralen. Andere constanten bleken eveneens minder constant dan de wetenschappers lief was.
Wat nu? Volgens wetenschapsfilosoof Karl Popper is wetenschap altijd een „oversimplificatie van de werkelijkheid.” Webb bepleit daarom evenals Nobelprijswinnaar Richard Feynman wetenschappelijke bescheidenheid. „Een universele wetenschappelijke theorie wordt door de mens tot natuurwet verheven. Maar die mens zit er vaak naast.”
Brooks neemt zijn lezers verder mee naar onverklaarde feiten rond koude kernfusie, het raadsel van leven en dood, buitenaards leven, de vrije wil, het placebo-effect (niet-werkzame stoffen hebben toch een genezend effect) en homeopathie. Ook daarover is het laatste woord nog niet gezegd.
In het hoofdstuk over placebo lijkt de vlot schrijvende Brit echter de mist in te gaan. „”Placebo” stond sinds de middeleeuwen gelijk aan onoprechtheid en woekerhandel toen predikanten geld gingen vragen om bij een begrafenis Psalm 116 te zingen. De psalm begint met „Placebo Domino in regione vivorum” – ik zal de Heere behagen in het land der levenden”, aldus de auteur. Een geregeld Bijbellezer zal direct zien dat het hier gaat om onze Psalm 116:9 en niet om het begin van die psalm.
Boekgegevens
”13 keer onverklaarbaar. De meest intrigerende raadsels van dit moment”, door Michael Brooks; uitg. Veen Magazines, Diemen, 2011; ISBN 978 9085 713 99 9; 298 blz.; € 16,95.