Ten opzichte van het laatste kwartaal van vorig jaar is er sprake van een groei van 0,5 procent. De eerder gemeten krimp ten opzichte van dat kwartaal veranderd in een groei van 0,3 procent. Technisch gezien is Nederland daarmee uit de recessie.

Maar het CBS hecht weinig waarde aan deze definitie. Een woordvoerder wijst erop dat er nog steeds sprake is van een laagconjunctuur. De overheidsuitgaven zijn weliswaar naar boven bijgesteld en ook de krimp van de consumptie is wat kleiner dan eerder gedacht. Maar de investeringen en de wederinvoer zijn juist naar beneden bijgesteld. Bovendien is het banenverlies groter dan uit eerdere cijfers bleek.

Ook de Tilburgse hoogleraar economie Lans Bovenberg zegt dat er „absoluut nog geen reden is om te juichen”. Aan de definitie waaruit blijkt dat Nederland uit de recessie zou zijn, hecht hij weinig waarde. „Dat is maar één manier om ernaar te kijken. Je moet naar de onderliggende cijfers kijken. Die zijn bepaald nog niet om over naar huis te schrijven. Eén zwaluw maakt helaas geen zomer.”