Uitleg: Vertragingstactieken aan het Binnenhof
DEN HAAG – Het bewust vertragen van wetsvoorstellen via het houden van extreem lange redevoeringen is aan het Binnenhof terug van weggeweest. Kan de Kamervoorzitter hier helemaal niets tegen ondernemen? Zes vragen.
Welke vertragingstaktieken bestaan er in de politiek allemaal?
Wie de Haagse procedures wil gebruiken (of misbruiken) om wetsvoorstellen te vertragen, heeft grofweg drie opties: 1. voortdurend hoofdelijke stemmingen aanvragen; 2. wel het Kamergebouw betreden, maar niet de presentielijst tekenen, in de hoop dat het vereiste quorum (76 Kamerleden) niet aanwezig is, zodat er volgens artikel 49 van het reglement van orde niet vergaderd kan worden; 3. extreem lange spreektijden aanvragen, het zogeheten filibusteren.
Waarom doen partijen dit soms?
Ze willen per se voorkomen dat het parlement over bepaalde onderwerpen een besluit neemt. PVV en SP zijn momenteel bijvoorbeeld sterk gekant tegen het verhogen van het eigen risico in de zorg. Door de besluitvorming hierover te vertragen, hopen ze nieuw beleid te kunnen tegenhouden. Volgens het motto: van uitstel komt afstel.
Lukt dat wel eens?
Uit het buitenland zijn er wel voorbeelden van bekend, maar uit de recente Nederlandse parlementaire geschiedenis niet. Maar ook als uitstel van besluitvorming níét lukt, heb je als oppositiepartij in elk geval een krachtig signaal afgegeven en heb je media-aandacht gescoord.
Is het fenomeen eigenlijk nieuw voor Nederland?
Nee, maar het is al wel een kleine eeuw geleden dat partijen er frequent gebruik van maakten. Uit de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw zijn diverse voorbeelden bekend van Kamerleden die opzettelijk de presentielijst niet tekenden, Castro-achtige redevoeringen hielden of continu hoofdelijke stemmingen aanvroegen.
Kan een Kamervoorzitter er niets tegen beginnen?
Jawel, met behulp van het reglement van orde kan hij wel degelijk enig tegengas geven. Weliswaar mag een volksvertegenwoordiger bij de bespreking van een wetsvoorstel net zo veel spreektijd aanvragen als hij wil, in artikel 58 van het reglement van orde staat dat hij alleen over het geagendeerde thema mag spreken. Het voorlezen van een telefoonboek, zoals in andere parlementen soms wel is voorgekomen, kan dus niet.
Wat weer wel kan, is wat PVV-Kamerlid De Jong dinsdagavond presteerde: hij citeerde pagina’s lang uit de memorie van toelichting van de Algemene ouderdomswet van 1954. Volstrekt irrelevante informatie, maar De Jong hield –in de vier uur spreektijd die hij had aangevraagd– stug vol dat deze „historische achtergrondkennis” onmisbaar was voor het huidige debat over de verhoging van de pensioenleeftijd.
Het trucje van het voortdurend aanvragen van hoofdelijke stemmingen zou onschadelijk gemaakt kunnen worden door het invoeren van elektronisch stemmen. De meeste parlementen hebben zo’n systeem; Nederland heeft het tot nu toe niet willen invoeren.
Gaat het SP en PVV dit keer lukken wetten door vertragingstactieken tegen te houden?
Dat ziet er niet naar uit. Donderdagavond aanvaardde de Kamer de verhoging van het eigen risico in de zorg. Ook rondde hij het debat over verhoging van de AOW-leeftijd en over het Europese noodfonds EMF af.
Maar de PVV heeft al aangekondigd het filibusteren in de Senaat te zullen voortzetten. Als de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet voor de zomer afrondt, gaan die serieus gevaar lopen. De verkiezingen zijn immers al op 12 september en het zomerreces loopt geruisloos over in een verkiezingsreces. Zo blijft het nog eventjes spannend.