Ruime steun voor nota precaire positie christenen in Turkije
DEN HAAG – Minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en de Tweede Kamer onderschrijven de nota die CDA-Kamerlid Omtzigt heeft geschreven over de precaire positie van christenen in Turkije en in het bijzonder die van het Syrisch-orthodoxe klooster Mor Gabriel.
Dat bleek woensdagavond bij een overleg in de Kamer over de nota, die door Omtzigt in maart is gepresenteerd.
Mor Gabriel ligt al jaren onder vuur van de Turkse overheid. Die heeft het klooster via rechtszaken al tientallen hectares land afhandig gemaakt. CDA-Kamerlid Ferrier zei woensdag dat het klooster symbool staat voor de moeilijke positie van minderheden in Turkije. CU-Kamerlid Voordewind voegde daaraan toe dat Turkije christenen als „tweederangsburgers” behandelt.
In zijn nota stelt heeft Omtzigt aanbevelingen gedaan om Mor Gabriel te helpen. Zo wil hij dat Nederland het klooster samen met Turkije voordraagt voor de Werelderfgoedlijst van Unesco. Rosenthal en een deel van de Kamer vinden dat Turkije daartoe zelf het initiatief moet nemen.
Omtzigt stelt ook voor dat Rosenthal samen met zijn Turkse collega een bezoek brengt aan het klooster. Dat zou als „ongewenste inmenging” kunnen worden opgevat in lopende rechtszaken tegen het klooster, meent de minister, maar hij gaat zijn collega er „rustigjes” over polsen.
Rosenthal beloofde Omtzigt dat hij bij juristen zal informeren of Nederland Mor Gabriel via een zogeheten amicusbrief kan steunen in zijn zaak bij het Europees Hof in Straatsburg.
De minister zegde verder toe dat hij de problemen rond het klooster en christenen in Turkije steeds en waar mogelijk –onder meer via de EU– bij de Turken aan de orde blijft stellen.