Spreiden leerlingen hoofdstad zinloos
Spreiding van allochtone en autochtone leerlingen over scholen is zinloos. Daarvoor wonen er te veel allochtone kinderen in de stad, en dat worden er nog meer.
Dat staat in het rapport ”Segregatie in het Amsterdamse onderwijs”, dat het SCO Kohnstamm Instituut in opdracht van de gemeente heeft opgesteld. De onderzoekers pleiten voor meer spreiding in het woningbeleid. Maar dat kan alleen op de lange termijn werken.
Volgens het SCO Kohnstamm Instituut is het gebrek aan integratie het belangrijkste probleem. De directeuren van witte en zwarte scholen betreuren dit. Sommigen pleiten voor meer contact tussen de scholen als alternatief, anderen pleiten bijvoorbeeld voor steun aan groepen witte ouders die samen hun kinderen willen inschrijven op een gekleurde school. Wethouder Oudkerk (Onderwijs) wil integratie de komende tijd boven aan de agenda zetten en een stadsbrede discussie voeren om de aanbevelingen te bespreken.
De onderzoekers pleiten voor inzet op de kwaliteit van de scholen en voortzetting van het achterstandenbeleid. Ze zijn voor bestrijding van het lerarentekort, het geven van voorrang aan zwarte scholen, als het om nieuwe gebouwen gaat, en betere voorlichting aan ouders. Daarnaast zou de gemeente afspraken over het mengen van leerlingen uit andere buurten en randgemeenten moeten steunen. Ouders met klachten over het weigeren van hun kind moeten zich kunnen wenden tot de lokale ombudsman.
Bijna de helft van de Amsterdamse basisschoolleerlingen (49 procent) heeft een niet-westerse achtergrond én ouders met een lage opleiding. Op 127 van de 201 scholen komt meer dan de helft van de kinderen uit deze groep, op 102 scholen vormen zij een concentratie van meer dan 70 procent. Op 54 scholen hebben deze leerlingen geen of heel weinig contact met leerlingen met andere kenmerken. Dertig scholen zijn nagenoeg helemaal wit.
Het protestants-christelijke onderwijs heeft naar verhouding meer allochtone én autochtone achterstandsleerlingen dan de openbare en de katholieke scholen. Montessori-, dalton-, jenaplan- en vrije scholen hebben vrijwel allemaal het laagste percentage allochtone en autochtone achterstandsleerlingen. De witste scholen staan vooral in de wat duurdere stadsdelen Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid. Er is inmiddels ook sprake van een verplaatsing naar randgemeenten.
Ook de middelbare scholen worden steeds witter of zwarter, wat leidt tot vertrek van leraren. Volgens de onderzoekers komt dit vooral door de selectie op basis van de Cito-scores in groep 8 van de basisschool. Het resultaat is dat de vmbo’s vooral bevolkt worden door leerlingen van bijvoorbeeld Surinaamse, Turkse of Marokkaanse afkomst. De havo’s, vwo’s en gymnasia in de stad zijn overwegend wit.
Over de oplossingen is het onderwijsveld erg sceptisch. Voor vmbo’s is het tij niet meer te keren. Het oprichten van brede scholengemeenschappen is door de tweedeling tussen vmbo en havo-/vwo-scholen onbruikbaar.
Een ander woningbouwbeleid en stadsvernieuwing, extra investeringen in zwarte scholen en meer voorlichting of gewogen loting bij witte scholen met wachtlijsten zouden nog wel soelaas kunnen bieden voor havo-/vwo-scholen. Daarnaast zouden scholen zelf iets kunnen doen. Ze kunnen zorgen dat het aanbod voor iedereen aantrekkelijk is en dat er geen dominante groepen ontstaan die de sfeer op school bepalen.