Ook in Syrische hoofdstad Damascus regeert nu de angst
DAMASCUS – Het is warm in Damascus, maar de inwoners durven geen verkoeling meer te zoeken op hun balkons.
De rooms-katholieke bisschop van Syrië, Mario Zenari, gaf deze week een rake typering van de crisissituatie in Syrië toen hij stelde dat „Syrië langzaam wegzakt in een hel. De destructie van huizen en de desintegratie van de Syrische samenleving zijn afschuwelijk, maar erger is de desintegratie van de harten en de geesten.”
Damascus lijkt momenteel de inzet van de strijd te zijn geworden waar alle partijen verbeten om vechten. Damascus bleek lange tijd in staat om zich aan de geweldsspiraal te onttrekken, maar vooral de afgelopen weken verslechterde de situatie snel.
De relatief veilige wijk waar ikzelf woon, was vorige week vrijdag het toneel van hevige schietpartijen tussen gewapende groepen en het Syrische leger. Het was een zonnige dag en buiten klonken de vrolijke geluiden van spelende kinderen. Totdat rond 13.00 uur na het vrijdaggebed het geweld losbarstte dat zou aanhouden tot in de late avonduren. Mensen haalden in paniek hun kinderen naar binnen en ramen werden gesloten. Er was letterlijk geen mens meer op straat te zien, wat onze levendige volkswijk een onheilspellend gezicht gaf.
Ook de volgende dag was de sfeer anders dan gebruikelijk. Een buurman wist deze mentaliteitsverandering goed samen te vatten. „Het is één ding”, vertelde hij mij, „om het geweld op de televisie te zien, maar het wordt heel anders als je het vanuit je keukenraam ziet.”
De zomers in Damascus zijn altijd erg warm, waarbij de temperaturen overdag kunnen oplopen tot 45 graden Celsius. Vorige zomer, toen het geweld zich nog elders in het land afspeelde en niet in Damascus zelf, zaten de wijkbewoners ’s avonds en ’s nachts op hun balkons om verkoeling te zoeken. Het is opvallend hoe leeg alle balkons dit jaar blijven, omdat de mensen zich daar niet langer veilig voelen. „Je weet nooit van welke kant een kogel kan komen”, mompelde een buurman tegen mij.
Damascus maakt steeds meer de indruk van een belegerde stad. Zware bewaking voor alle overheidsgebouwen en de straten vóór ministeries en gebouwen van de veiligheidsdiensten zijn meestal afgesloten. Als gevolg van dit soort wegomleggingen moet je altijd rekening houden met meer reistijd als je ergens een afspraak hebt.
Wie in een van de buitenwijken woont, heeft dagelijks te maken met controleposten van het leger, die vaak voor veel oponthoud zorgen. In bepaalde wijken is het moeilijk of zelfs onmogelijk geworden om er na negen uur ’s avonds nog in of uit te kunnen. Bijna sluipenderwijs is Damascus een andere stad geworden.
Enkele dagen geleden vertelde een vriend mij, dat ik hem over ongeveer een week een tijdlang niet meer zal zien. Hij is een telg uit een welgestelde familie. De familie wil weg uit de stad, weg uit Damascus. Mijn vriend verzekerde mij dat iedereen die het zich kan permitteren met dezelfde voorbereidingen bezig is. Ook ik kreeg het dringende advies om naar elders te vertrekken, „zolang het vliegveld nog open is.”
Het maakte mij duidelijk dat er onder de oppervlakte bij veel mensen een soort paniek is uitgebroken. Zeker bij degenen die niet over de luxe van villa’s elders beschikken. Alsof iedereen zich voorbereidt op het ergste. Deze angst wordt nog vergroot en gevoed doordat vrijwel iedere nacht op de meest uiteenlopende en onverwachte plaatsen in Damascus aanslagen, schietpartijen en mysterieuze ontploffingen plaatsvinden.
Chef vredesmissies van de VN Hervé Ladsous verklaarde de afgelopen week dat Syrië officieel terecht is gekomen in een situatie van burgeroorlog. Hij kreeg bijval van veel westerse politici. Veel Syriërs weten echter wel beter. De burgeroorlog zal pas in volle hevigheid losbarsten nadát het regime in Damascus is gevallen.
De val van het regime betekent namelijk dat de Syrische staat met zijn overheidsdiensten zoals leger en politie zal ophouden te functioneren. In het machtsvacuüm dat daardoor ontstaat zullen ontelbare gewapende groeperingen vervolgens hun onderlinge strijd beginnen om de macht. Met Damascus als hoofdprijs.