Christelijke Renaissance Beweging
„We willen de vroegere zionistische fantasmagorie (zinsbegoocheling, MJdV) weer tot leven wekken. We grijpen terug naar het verleden om vorm te geven aan een nieuwe toekomst.” Dit is een fragment van de tekst op een grote rode poster met als opschrift ”Joodse Renaissance Beweging in Polen. Een Manifest”. Ik trof het aan tijdens een bezoek aan het Van Abbemuseum in Eindhoven.
Met de ”vroegere zionistische fantasmagorie” wordt bedoeld het aan het eind van de negentiende eeuw opgekomen streven om alle Joden weer naar Israël als hun eigen wettige land te brengen. Dat dit streven een zinsbegoocheling genoemd wordt, betekent dat men er kritisch tegenover staat en er daarom een nieuwe betekenis aan wil geven. Daarop wijst ook de term renaissance ofwel wedergeboorte in de naam van de beweging.
Ik moet toegeven dat ik aanvankelijk op het verkeerde been gezet was. Ik meende dat het werkelijk ging om een nieuwe beweging, die Joden opriep om naar Polen te emigreren en zo de gevolgen van de verstrooiing tijdens de Tweede Wereldoorlog ongedaan te maken. Maar het bleek een deel van een kunstwerk te zijn. Dat had ik natuurlijk kunnen weten, want het desbetreffende museum is gewijd aan moderne kunst. Maar het zag er bedrieglijk echt uit, en dat was precies de bedoeling van de Israëlitisch-Nederlandse kunstenares Yael Bartana. De eigenlijke kern van het kunstwerk bestond uit een serie van drie korte films, waarin het ontstaan van de beweging en de bouw van een met een muur met wachttoren omgeven nieuwe wijk voor Joden in Warschau wordt uitgebeeld.
Het kunstwerk staat bol van de ironie. Het symbool van de beweging is een embleem van Polen met een halve davidsster ingevoegd, en het vertoont sterke gelijkenis met de Duitse adelaar. Als het in een van de films wordt aangebracht op de muur van het getto functioneert het overduidelijk als een te groeten nationalistisch icoon, zoals het Duitse hakenkruis dat ook was. De nieuwe inwoners van de kibboets dragen allemaal dezelfde kleding. Ook dat herinnert aan de Duitse uniformen van bijvoorbeeld de Hitlerjugend. Het ‘volkslied’ dat gezongen wordt bij de opening van de nieuwe kibboets is een mengeling van het Poolse volkslied en het Israëlische, maar dat laatste wordt achterstevoren gespeeld.
Het manifest preekt openheid tegenover de Poolse gemeenschap, maar de kibboets is met prikkeldraad omgeven en wordt vanaf de wachttoren dag en nacht bewaakt. Het ideaal dat wordt nagestreefd is tegelijk een poging om uit een verschrikkelijk verleden te ontsnappen, maar in zijn vormgeving juist een terugkeer tot dat verleden.
Het kunstwerk zet ontegenzeglijk aan het denken. De kunstenares zegt in een interview zelf alle begrip te hebben voor de „noodzaak”, zoals ze het zelfs noemt, van emigratie van Joden naar Israël, maar tegelijk te willen bekritiseren dat dit in de praktijk heeft geleid tot een nieuw isolement van het Joodse volk.
„Het is moeilijk om zulke tegenstrijdige gevoelens voor je vaderland te hebben”, zegt Bartana in hetzelfde interview. Wie ooit in Israël op bezoek was en de ogen goed de kost gegeven heeft, zal dit herkennen. Enerzijds struikel je er over de religieuze symbolen –een mezoeza aan de deurpost van elke hotelkamer– maar anderzijds moet de overgrote meerderheid van de bevolking niets hebben van religie en noemt de orthodoxe groepering spottend „de zwarten.”
Als christen kijk je daar helemaal met gemengde gevoelens naar. Bijbels gezien hebben de Joden inderdaad recht op hun land. Wat God als Zijn wil openbaarde in de Tenach wordt soms echter politiek met voeten getreden. Bijvoorbeeld als het gaat om de relatie met andere volken.
Maar is het dilemma van de Joden in Israël niet hetzelfde als dat van de kerk: wel in, maar niet van de wereld te moeten zijn? Wij kunnen ons gerust het kunstwerk van Yael Bartana als een spiegel laten voorhouden. Op de afgelopen jaarvergadering van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte vertelde legerpredikant ds. P. L. D. Visser dat buitenstaanders de kerk vaak ervaren als een afgesloten en ontoegankelijk blok. Zonder dat zo te bedoelen, kunnen wij maar al te gemakkelijk geestelijk prikkeldraad om de kerk trekken en een wachttoren dag en nacht bezetten om te waken voor het binnendringen van buitenstaanders.
Het is een uitdaging om anders te zijn, en juist daardoor aantrekkelijk. Iets van dat aantrekkelijk-zijn wordt in het manifest van de zogenaamde Joodse Renaissance Beweging in Polen verrassend mooi verwoord. Er wordt gesproken over een antwoord voor de „tijden waarin het geloof is uitgeteld en oude utopieën hebben gefaald, het optimisme uitsterft en het beloofde paradijs geprivatiseerd is.”
Dat is een treffende tekening van de armoede van onze tijd. Wat een machtig perspectief stelt het christelijk geloof daartegenover. Er komt weer een nieuwe wereld, anders dan onze zelfgebouwde utopieën, die voortdurend blijken hun naam, „niet-plaats” (ou-topos in het Grieks), waar te maken. Geen privédomein, maar volledig publiek. De appels en watermeloenen van de kibboets hier en nu lijken misschien niet meer zo rijp (aldus het manifest), maar de vruchten die daar twaalf keer per jaar aan de bomen groeien, kennen geen rottingsverschijnselen. Ik stel u voor: de Christelijke Renaissance Beweging in Nederland. Sluit u aan en ga mee naar het nieuwe Vaderland.
De auteur is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? goedbekeken@refdag.nl