Onderwijs & opvoeding

Opschepperig kind vol onzekerheid

Onze dochter (5) kan al lezen, maar loopt sociaal-emotioneel iets achter. Ze is sterk bezig met wat ze allemaal al kan, waarbij ze anderen wil overtroeven. Anderen ergeren zich daaraan en ik vind het zelf ook vervelend gedrag. De andere kant is dat ze ook snel negatief over zichzelf denkt. Zo kon ze op 2-jarige leeftijd helemaal boos en verdrietig worden als haar blokkentoren omviel. Hoe kan ik op de juiste manier met mijn dochter omgaan?

drs. Sarina Brons-van der Wekken

12 June 2012 19:09Gewijzigd op 14 November 2020 21:33
Illustratie Anjo Mutsaars
Illustratie Anjo Mutsaars

Het meisje waarover de vraag gesteld wordt –ik noem haar Tanja– heeft het zelf niet gemakkelijk. Ze is een intelligent meisje dat vlot leert en haar leeftijdgenoten vooruit is. Hiermee kan ze zomaar min of meer een uitzonderingspositie krijgen. Als ze vaak hoort dat het zo knap van haar is dat ze al kan lezen, kan ze er zelf in gaan geloven dat ze bijzonder is en kan ze op een voetstuk komen te staan.

Voor ouders is het opletten dat ze voor een begaafd kind geen aparte positie creëren. Het kan best zijn dat Tanja gemakkelijk kan lezen. God heeft mensen heel verschillend gemaakt en aan ieder verschillende gaven gegeven. Ouders kunnen dat eenvoudig vertellen. „Als je iets krijgt, dan is dat een cadeau of een gave. Jij kunt gemakkelijk leren, dat is een gave. Maar daarmee ben je niet per se beter dan anderen. Een ander kind kan iets anders weer goed. Er zijn kinderen die niet zo snel leren, maar daarmee zijn ze niet minder waard dan anderen. Dat jij iets wel goed kunt, dat is iets om dankbaar voor te zijn.” Het is geen verdienste, want zij heeft haar gaven ook maar gekregen.

Of Tanja door haar omgeving op een voetstuk gezet wordt, blijkt niet uit de vraag. Iets anders is wel van belang: ze is van jongs af aan al erg perfectionistisch en wil dingen graag helemaal goed doen. Hierin is ze anders dan andere kinderen, die bij een mislukking nog steeds blij kijken en het gewoon opnieuw proberen. Hier blijkt maar weer hoe groot de aangeboren verschillen tussen kinderen kunnen zijn wat betreft precisie en gemak waarmee je met een teleurstelling omgaat.

Hoge eisen

Duidelijk is dat Tanja hoge eisen aan zichzelf stelt. Te hoge eisen, zo blijkt. Want als iets niet lukt, is ze geneigd dit negatief op zichzelf te betrekken in plaats van andere verklaringen te zoeken, bijvoorbeeld haar jonge leeftijd. Ze is van slag als iets niet goed gaat. Iets wat niet lukt, is totaal mislukt en dat wijt ze ook nog eens helemaal aan zichzelf. Daarmee wordt haar zelfbeeld negatief, wat haar zelfvertrouwen ondermijnt.

Het is niet gemakkelijk voor kinderen om gefrustreerd te raken, vooral niet als ze dat intens beleven. Kinderen zoeken dan soms compensatie in iets anders. Bijvoorbeeld door de eigen wensen op de toekomst te projecteren. Als ze groot spreken van zichzelf, voelen ze hun eigen onvolkomenheid minder erg. Het kan ook zijn dat ze anderen een duw naar beneden geven, waardoor ze zelf weer wat hoger komen te staan. Zo proberen ze zichzelf te handhaven.

Grootspraak

Tanja doet dat op een hinderlijke wijze. Later… dan zal het vast veel beter gaan. Dan zal ze goed zijn. Dan zal ze alles kunnen en een mooiere, grotere, betere … hebben dan anderen. Dat denkt ze niet alleen, maar dat zegt ze ook, waarmee ze zich niet geliefd maakt. Zoals moeder aangeeft, is dit geen fijne manier. Ze maakt hiermee geen vrienden en ook voor zichzelf maakt ze het moeilijk. Want dat ideaal moet ze dan later wel bereiken.

Eigenlijk is Tanja nog een heel klein meisje, dat veel bevestiging nodig heeft. Echter niet op het terrein waarop ze het nu zoekt, namelijk op dat van allerlei prestaties. Tanja moet ervan doordrongen raken dat ze niet gewaardeerd wordt om wat ze dóét, maar om wie ze ís. Ouders houden van haar, niet omdat ze zulke goede resultaten laat zien, maar gewoon omdat zij hun lieve dochter is.

Ouders kunnen op meerdere manieren hun onvoorwaardelijke liefde tonen. Bijvoorbeeld door te zeggen dat ze van Tanja houden, zomaar tussendoor. „Tanja, wat een lieve meid ben je toch.” Of door haar even een knuffel te geven. Of door even lekker tijd voor haar te nemen en iets te doen wat bij haar leeftijd past. Niet op prestatieniveau, maar gezellig iets samen doen. Bijvoorbeeld samen op de bank een boekje (voor)lezen.

Misschien wil zij liever laten zien wat zij al kan. Dan zou het echter juist weer om haar prestatie gaan, terwijl ze als kind lekker door ouders verzorgd mag worden.

Inspanning

Wat kunnen ouders nog meer doen? Ze kunnen opletten hóé ze complimenten geven. Beter is om complimenten niet zozeer te geven voor een bereikt resultaat, maar meer voor de inspanning. Want niet het resultaat is het belangrijkste, maar Tanja’s inzet. „Ik zie dat je je best doet. Goed zo!”

Als iets niet direct goed lukt, is het belangrijk dit te relativeren. Je hoeft namelijk nog niet alles te kunnen als je klein bent. En de meeste dingen leer je door te oefenen, dus het is logisch dat het niet gelijk lukt.

Omdat Tanja niet bedenkt dat haar gedrag voor anderen vervelend is, is het goed dat ouders dit duidelijk maken. Overigens is het heel normaal dat een 5-jarige dat nog niet bedenkt. Gemiddeld genomen beginnen kinderen zich pas vanaf 7 jaar in anderen te verplaatsen en worden ze zichzelf er langzaam van bewust dat een ander heel anders tegen iets aan kan kijken.

Ouders kunnen helpen om het blikveld van Tanja te verbreden en haar ervan bewust te maken dat anderen iets niet leuk vinden. Hierbij kunnen ze ook grenzen stellen: „Zo moet je niet praten.” Omdat Tanja nog jong is en het slecht beklijft, zal deze boodschap vaak herhaald moeten worden.

Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan psychologe drs. Sarina Brons. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.


Tips

-Voorkom dat een kind op een voetstuk komt te staan.

-Bespreek dat ieder mens eigen gaven heeft gekregen.

-Bevestig het kind in wie hij of zij is en laat onvoorwaardelijke liefde blijken.

-Laat zien dat als iets niet lukt, dit niet onmiddellijk een totale mislukking betekent.

-Maak duidelijk dat het kind minder hoge eisen aan zichzelf mag stellen.

-Zoek meerdere verklaringen voor falen en bespreek hoe het wel gaat lukken.

-Geef complimenten voor de inspanning, niet voor het eind­resultaat.

-Verbreed het blikveld van het kind door te zeggen wat anderen ervan vinden.

-Stel grenzen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer