„De nieuwe vakbeweging zal als organisatie niet meteen morgen klaar zijn”, schrijven de kwartiermakers in hun eindrapport na een half jaar onderzoek bij de FNV. Het idee is dat op 23 juni een nieuwe naam wordt gelanceerd. Ook komt er een interim-voorzitter en een interim-bestuur. Zij moeten komend jaar met deelnemende FNV-bonden de nieuwe organisatie gaan opzetten. Op 1 mei volgend jaar zou dan de FNV opgeheven kunnen worden.

Maar volgens kritische FNV-bonden waaronder ook seniorenclub ANBO, zijn hete aardappels vooruit geschoven. „We zijn er nog niet”, zei voorzitter Henk van der Kolk van Bondgenoten. Het hangt volgens hem af van de ruimte in het „groeiproces” voor zijn organisatie om zelf te bepalen over de nieuwe indeling naar sectoren. Volgens zijn collega Corrie van Brenk van de Abvakabo is deze ruimte vereist om steun te krijgen van haar leden.

Klijnsma wil in de vernieuwde vakbeweging de leden meer te zeggen geven, onder meer via een ledenparlement. Daarover is bijna iedereen het wel eens. Maar er is vooral strijd tussen de grote en kleinere bonden over het opknippen van de FNV in sectoren.

Grote bonden, zoals Bondgenoten en Abvakabo, zouden nu te veel macht hebben. De grotere bonden vrezen op hun beurt voor versnippering en dat de vakbeweging aan kracht zou verliezen in plaats van dat het sterker uit de strijd komt.

Vorig jaar ontstond er een hevig intern conflict, nadat FNV-voorzitter Agnes Jongerius een pensioenakkoord had gesloten met kabinet en werkgevers. Dat gebeurde tegen de wil van Bondgenoten en Abvakabo. Om de crisis te bezweren werd besloten tot de oprichting van De Nieuwe Vakbeweging (DNV), waarin de FNV zou opgaan. Ook zouden de hoofdrolspelers in het conflict, Jongerius en Bondgenoten-voorzitter Henk van der Kolk, zich niet herkiesbaar stellen.

Jongerius kondigde maandag al aan dat ze op 23 juni aftreedt om ruimte te bieden aan de nieuwe vakbeweging.