De onderzoekers analyseerden alleen de eindcijfers voor de kernvakken wiskunde, Nederlands en Engels van 700 Nederlandse middelbare scholieren van 12 tot 18 jaar oud. Deze werden vergeleken met de visconsumptie van de jongeren. Daaruit bleek dat een hogere visconsumptie verband houdt met een betere woordenschat en hogere cijfers. Deze waren voor viseters tot 0,25 hoger.

Vooral de omega-3-vetzuren in vis lijken een positieve invloed te hebben op de hersenen. Jongeren die visoliesupplementen slikken, zijn buiten de studie gehouden.

Volgens de onderzoekers zouden jongeren twee keer per week vis moeten eten, maar ook niet meer: het positieve effect op de schoolprestaties gaat dan verloren. Van de Nederlandse jongeren krijgt momenteel slechts 6,4 procent de aanbevolen hoeveelheid vis binnen.