De lancering heeft plaats op World IPv6 Day, dit jaar speciaal hernoemd tot World IPv6 Launch.

Om 02.00 uur woensdagochtend, Nederlandse tijd, was het zover. Nadat ze vorig jaar op 8 juni nog uitgebreid testten, stappen de grote internetbedrijven dit jaar definitief over op IPv6 – wat staat voor: Internet Protocol versie 6. Een internetprotocol bepaalt hoe informatie op internet ingepakt, geadresseerd en verstuurd wordt.

IPv6 moet de tot nu toe onstuimige groei van internet verder mogelijk maken. De huidige voorraad aan IPv4-adressen 
–elke computer en elke website heeft een eigen IP-adres– raakt namelijk uitgeput. Sinds 3 februari 2011 is de centrale wereldwijde voorraad al leeg. In Azië zijn in april dit jaar de laatste adressen verbruikt. Van de andere vier regionale uitgiftecentra zal RIPE NCC in Amsterdam (dat verantwoordelijk is voor Europa, Midden-Oosten en een klein deel van Azië) naar verwachting in augustus door zijn IP-nummers heen zijn.

Het betekent niet dat er helemaal geen IPv4-adressen meer beschikbaar zijn, legt Joost Tholhuijsen, voorzitter van Stichting IPv6 Nederland (Stipv6), uit. „Iedere internetprovider heeft ook nog zijn eigen voorraadje. Maar dat is natuurlijk ook eindig.”

Volgens Tholhuijsen is de overstap van internetbedrijven als Google en Facebook een grote stap in de goede richting. „Door lapmiddelen wordt IPv4 nog in de lucht gehouden. Bedrijven kregen bijvoorbeeld één IP-adres, dat ze dan voor al hun computers gebruikten.”

Uit een vandaag gepubliceerd rapport van KPMG blijkt dat Nederlandse bedrijven zich onvoldoende voorbereiden op IPv6.

De komst van IPv6 verwijst naar het „enorme succes” van internet, zegt Tholhuijsen. „Vrijwel iedereen is aangesloten. En door de mobieltjes die massaal internet gebruiken, is het probleem alleen maar groter geworden. IPv6 biedt uitkomst.”