Hoofdpunten convenant onbedwelmd slachten
DEN HAAG – Staatssecretaris Bleker (Landbouw) en vertegenwoordigers van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, het Contactorgaan Moslims en Overheid en de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven hebben dinsdag in Den Haag het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten ondertekend. Enkele hoofdpunten:
Convenantspartijen hebben het volgende overwogen: Met als uitgangspunt de grondwettelijk en internationaalrechtelijk gewaarborgde vrije belijdenis van godsdienst of levensovertuiging en het behoud van de mogelijkheid om onbedwelmd te slachten volgens religieuze riten, is het mogelijk verbeteringen door te voeren op het gebied van dierenwelzijn bij het slachtproces.
Artikel 2. Convenantspartijen onderschrijven de volgende normen:
Binnen veertig seconden vanaf het moment van het aanbrengen van de halssnede wordt door de slachter getest of het dier het bewustzijn heeft verloren.
Ingeval een dier nog bij bewustzijn is na verloop van het verstrijken van de periode van veertig seconden, wordt het dier onverwijld bedwelmd door een extra ingreep.
De halssnede wordt met een ononderbroken, vloeiende beweging uitgevoerd.
Het te gebruiken mes is te allen tijde zeer scherp en gaaf en wordt na iedere snede gereinigd; de lengte van het mes is minimaal anderhalf tot twee keer de breedte van de snijoppervlakte.
Het is aan de slachter om te bepalen of het dier qua type, omvang, gewicht en mentale toestand geschikt is om onbedwelmd te worden geslacht volgens religieuze riten.
De fixatie van het te doden dier wordt niet eerder opgeheven dan nadat bij de bewusteloosheidstest vast is komen te staan dat het dier definitief buiten bewustzijn is.
De staatssecretaris zal zich ervoor inspannen om te komen tot regelgeving met betrekking tot een verplichte registratie van slachthuizen alvorens zij onbedwelmd mogen slachten volgens religieuze riten.
Artikel 3. Nadere regels worden opgesteld over slachtopleidingen. Die dienen in overeenstemming te zijn met de religieuze voorschriften betreffende de wijze van het slachten.
Artikel 4. De convenantspartijen bepalen samen welke onderzoeksvragen zij voor nadere advisering voorleggen aan een wetenschappelijke adviescommissie.
De staatssecretaris zit de bijeenkomsten van de adviescommissie voor. Convenantspartijen wijzen een waarnemer aan.
De convenantspartijen zullen in ieder geval onderzoek laten verrichten naar: a. de wijze waarop en de omstandigheden waaronder een verhoging van het aantal dieren dat binnen de gestelde tijd van veertig seconden het bewustzijn heeft verloren, kan worden bereikt; b. de locatie voor het aanbrengen van de halssnede bij een dier; d. de uit het oogpunt van dierenwelzijn gewenste wijze van fixeren.
Artikel 5. Convenantspartijen komen overeen dat permanent toezicht het uitgangspunt vormt bij het onbedwelmd slachten volgens religieuze riten.
Artikel 7. Convenantspartijen zullen de uitvoering en werking van dit convenant elke drie jaar evalueren.
Artikel 8. Dit convenant treedt in werking één dag na ondertekening door alle convenantspartijen en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.