Na ongeveer 4 uur handel stond de Dow-Jonesindex 1,8 procent lager op 12.173 punten. De graadmeter van 30 hoofdfondsen zakte vrijdag tot het laagste punt van dit jaar. De brede S&P 500 stond 2 procent in de min op 1284 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq verloor 2,3 procent tot 2763 punten.

Uit een eerste schatting bleek voorbeurs dat er vorige maand maar 69.000 banen zijn gecreëerd in de Amerikaanse economie, terwijl op 150.000 banen werd gerekend. Daarbij liep de werkloosheid op van 8,1 naar 8,2 procent.

Die magere cijfers vergroten de twijfels over de kracht van de internationale economie. Die werden eerder op de dag al gevoed door een tegenvallende groei van de Chinese industrie.

De zorgen zetten stevige druk op de olieprijs. Een vat Amerikaanse olie kostte met 83,60 dollar ruim 3 procent minder dan aan het begin van de dag. Olieconcerns Chevron en ConocoPhillips verloren hierop bijna 2 procent.

In de Dow Jones was General Motors de enige winnaar, met een plus van ruim 3 procent. Creditcardmaatschappij American Express bungelde onderaan met een verlies van 4,4 procent. De banken Citigroup en JPMorgan Chase leverden circa 3,5 procent in.

De koers van de euro werd vrijdag enigszins gesteund door speculaties over mogelijke nieuwe ingrepen door de Amerikaanse centrale bank. Nieuwe stimuleringsmaatregelen kunnen de toekomstige waarde van de dollar uithollen. De euro was vrijdagavond 1,2395 dollar waard, tegen 1,2385 dollar aan het einde van de Europese beurshandel eerder op de dag. Tijdens die handelsdag dook de euro nog onder de grens van 1,23 dollar.