Op de boekenplanken van zijn a-typische, want keurige studentenkamer in Utrecht staan naast ”Ongeloof en revolutie” van Groen van Prinsterer ook veel werken van de Britse apologeet C. S. Lewis. „Hij heeft mij, door zijn overweldigende manier van argumenteren, geleid naar het hart van het christendom”, licht Van Ooijen –afkomstig uit Kesteren– toe.

Op de rand van zijn bed bewaart de student sociologie en bestuurskunde zijn Bijbel. „Daarmee wil ik iedere dag beginnen en daaruit wil ik leven.”

Vanuit zijn christelijke achtergrond –Gereformeerde Bond binnen de PKN– was de keuze voor de CU logisch: „Bij die partij bedrijven ze politiek met de Bijbel in de hand en met Jezus in het hart.” Hij is nu twee jaar verbonden aan PerspectieF.

Waarom wil je voorzitter worden van PerspectieF?

„Ik wil graag aan de slag met de samenleving en daarvoor verantwoordelijkheid nemen. En ik heb nog te veel idealen en ideeën en zie te veel kansen en mogelijkheden waarmee ik als voorzitter aan de slag kan, om al te stoppen bij PerspectieF.”

Willen jullie een luis in de pels van de moederpartij zijn?

„Katten op de moederpartij is aan mij niet besteed. Ik ben helemaal niet van de luis-in-de-pelsgeneratie.

Als PerspectieF nog niet bestond, richtte ik de organisatie vandaag op. Wat ik wil, is jongeren betrekken bij de Christen­Unie en hen onder meer leren hoe besluitvorming werkt.”

Jullie willen van 1700 leden groeien naar meer dan 2000. Hoe ga je dat bewerkstelligen?

„Dat kan lukken als we christenen uit alle geledingen actief krijgen bij onze organisatie. Ik hoop dat PerspectieF een bont gezelschap van allerlei soorten christenen wordt. De partijcultuur is nu nog vooral reformatorisch. Maar als we dat weten te verbreden, kunnen we ook aantrekkelijker worden voor jongeren uit evangelische kring, uit migrantenkerken en voor rooms-katholieken.”

De moederpartij probeert dat ook al jaren, maar erg succesvol is dat nog niet. Waarom zou het bij jullie wel lukken?

„Ik verwacht dat jongeren vooruitstrevender zullen zijn dan ouderen. En mijn hoop dat wij erin zullen slagen, is gebaseerd op wat jongeren uit genoemde kringen zelf tegen mij hebben gezegd. Als wij hun culturen weten te integreren in onze partijcultuur, zullen hun familie en kennissen zich volgens hen bij ons beter gaan thuisvoelen. En we hebben gelukkig al goede ambassadeurs uit evangelische en rooms-katholieke kring binnen de organisatie.”

PerspectieF slaagt er nog onvoldoende in om leden te binden. Kun jij dat veranderen?

„Jongeren aan onze club binden, zal een van de lastigste aspecten van mijn werk zijn. Er komen veel jongeren bij ons langs die actief willen zijn, maar het blijkt problematisch hen vier, vijf jaar vast te houden. Ze gaan ook gauw weer weg.

We moeten er dus voor zorgen dat ze willen blijven. Dat kan door hen zo veel mogelijk een passende plek in de organisatie te geven. Bij binnenkomst gaan we hun vragen wat ze het liefste willen: pittig discussiëren over politiek, of liever iets organiseren? Daar spelen we dan op in.

Verder gaan we jongeren eerder benaderen. Nu zijn het vaak 18-plussers die zich bij ons melden. Wij gaan vaker op middelbare scholieren afstappen.

Daarnaast willen we voortaan iedere maand een gezamenlijke activiteit organiseren, een lezing met borrel bijvoorbeeld, om het wij-gevoel te versterken.”

Wat wil je doen ná PerspectieF? Voor de CU in de Kamer?

„Vrienden vragen me ook wel eens: „Zit je jezelf bij de partij in te likken? Is dit een opstapje?” Ik ben er niet zo mee bezig. Ik ben graag actief in de samenleving. Als dat leidt tot een Kamerlidmaatschap vind ik dat prima. Maar ik zit er niet aan vast. Mijn drive kan ik ook ergens anders kwijt. De Bijbel zegt: „Leef bij de dag, doe wat je hand vindt om te doen.””