Ieren stemmen voor begrotingsverdrag; regering opgelucht
DUBLIN (ANP/DPA/RTR/AFP) – De Ierse regering haalde vrijdag opgelucht adem toen bleek dat 60,3 procent van het electoraat instemde met het Europese begrotingsverdrag. Nu de Ieren zich per referendum hebben geschaard achter de plannen voor striktere Europese begrotingsregels, kunnen zij aanspraak blijven maken op Europese noodfondsen. De regering voerde dan ook een stevige ja-campagne, waarbij ze hamerde op de negatieve effecten van een nee-stem.
Ierland kreeg eerder geld van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds. Die hulpgelden zijn afgegeven tot 2013. Het einde van de eurocrisis is echter nog niet in zicht. Als de geldbronnen opdrogen, kan het nog wel eens lastig worden voor Ierland om tegen gunstige percentages geld te lenen.
Het is dan ook logisch dat de Ierse minister van Transport Leo Varadkar vrijdag „een zucht van opluchting” slaakte. Een reden voor een feestje was de uitslag van het referendum echter niet. Een econoom van de belangrijkste werkgeversorganisatie (IBEC) in Ierland zei dat de economische problemen nu niet ineens verdwijnen. De werkloosheid blijft hoog en de groei van bepaalde sectoren hapert nog, zei econoom Fergal O’Brien.
Mensen uit het nee-kamp benadrukten dat veel mensen ja zouden stemmen uit angst, zoals de Ierse Sheila McLaughlin. Sinds het begin van de economische crisis heeft ze de waarde van haar huis dramatisch zien dalen, vertelde ze persbureau Reuters. Haar man verloor zijn baan. Ze voelt zich in de steek gelaten door de regering. Maar uit angst voor een nog somberder toekomst als Europese hulpgelden uitblijven, stemde ze toch ja.
Ierland is het enige land binnen de Europese Unie waar burgers zich mogen uitspreken over de nieuwe afspraken. Met het verdrag verplichten 25 van de 27 lidstaten van de EU zich tot een striktere begrotingsdiscipline. Het verdrag geeft de Europese Commissie bovendien ruimere mogelijkheden om landen te dwingen hun overheidsuitgaven binnen de perken te houden. Groot-Brittannië en Tsjechië voeren het verdrag niet in.
Voordat het verdrag van kracht wordt, moet het door de betrokken landen worden geratificeerd. Als 12 van de 17 eurolanden dit hebben gedaan, treedt het verdrag in werking.