Christelijke politiek gebruikt Bijbel vaak selectief
Christelijke politiek is niet zo gemakkelijk en eenduidig als soms wordt gesuggereerd, meent D. Koole. Het is niet eenvoudig om Bijbelse principes te vertalen naar de complexe politieke praktijk.
Nederland gaat met drie christelijke partijen de nieuwe verkiezingen tegemoet. Het CDA als de nog enigszins brede karavaan, met ter rechterzijde ChristenUnie en SGP, die zich als blaffende honden naast de karavaan voortbewegen. Geen gesloten christelijke slagorde dus. Het CDA wordt dikwijls verweten de wijn van het Evangelie al te zeer te verdunnen met het water van politiek pragmatisme, terwijl de twee kleinere partijen naar hun zeggen het Evangelie in de politiek onversneden tot gelding wensen te brengen. Wat hiervan te zeggen?
De eerste vraag die gesteld moet worden, is of christelijke politiek wel mogelijk is. Voor velen is dat geen vraag. De belijdenis van het allesomvattende Koningschap van Christus is volgens hen ook bepalend voor de politiek. Kenmerkend voor christelijke politiek is dat ze dienstbaar wil zijn aan het koningschap van Jezus Christus. Dat betekent dat ze in alles rekening wil houden met de in de Bijbel geopenbaarde wil van God.
Dat zijn prachtige en ware woorden. Maar hier beginnen tegelijk de moeilijkheden. Er is namelijk onder christenen groot verschil van mening over de vraag op welke wijze en in welke mate de boodschap van de Bijbel normatief kan en moet zijn voor de politiek. Net zo goed als in de prediking van de kerken gebeurt, van progressief tot conservatief, geschiedt de verwerking van de boodschap van de Bijbel ook in de christelijke politiek vaak op selectieve wijze. Al naar de in geding zijnde situaties wordt Gods Woord in zijn toepassing versmald, versimpeld of verruimd, zodat wij er de aanvaardbaarheid van onze uitgangspunten, standpunten en bedoelingen mee kunnen onderbouwen. Geen enkele christelijke partij ontkomt daaraan. Gods Woord gebruiken voor de politiek vraagt grote behoedzaamheid, zorgvuldigheid en ten opzichte van elkaar bescheidenheid.
Het is een versimpeling om te menen en te stellen dat de Bijbel pasklare en direct voor de hand liggende oplossingen aanreikt voor de grote wereldvraagstukken. God liet de Bijbel voor ons schrijven in een periode van de wereldgeschiedenis waarin niet met kernwapens werd gedreigd, waarin er van een sociaaleconomische problematiek op wereldschaal geen sprake was, waarin van technologische ontwikkelingen en de daarmee samenhangende milieuproblemen nog niet werd gedroomd en waarin democratiseringsprocessen zoals in onze samenleving niet bestonden. We zullen zo nuchter en eerlijk moeten zijn om te erkennen dat er politieke vraagstukken zijn waarvoor de Bijbel geen directe en onverkort toepasbare oplossingen biedt.
Goddelijke wijsheid
Wel draagt de Bijbel grondgedachten van goddelijke wijsheid aan. De christelijke politicus moet zijn denken en handelen daarnaar richten en zijn doen en laten kan en moet daaraan worden getoetst. Dat men met het ontlenen van pasklare oplossingen aan de Bijbel voorzichtig moet zijn, bewees het immense probleem van de kernbewapening. Voor de één ondersteunt Gods Woord duidelijk de stelling dat wij in het vrije Westen de kernwapens ter handhaving van het machtsevenwicht –in elk geval als afschrikmiddel– tot elke prijs in stand moesten houden. Een ander meende Bijbelplaatsen te kunnen aanwijzen die voor geweldloosheid pleiten.
Of neem de internationale economische situatie en de kloof tussen rijke en arme landen. In het verleden werd binnen de rechtse partijen –en niet het minst in de kleine rechtse partijen– met kracht gepleit voor stimulering van het bedrijfsleven door lastenverlichting en het scheppen van investeringsmogelijkheden. Hard werken en meer produceren, zo luidde het recept. Vanuit onze eigen economische positie gezien niet ten onrechte. Wie ervoor pleitte had bovendien de Bijbel, waarin noeste vlijt en goddelijke zegen vaak samengaan, aan zijn zijde. Maar er is ook de theorie van de ”economie van het genoeg”, die de vinger legt bij de dodelijke spiraal waarin we met een ongeremde productiedwang terechtgekomen zijn. We zijn er niet mee klaar als we deze theorie als een links bedenksel afdoen.
Kijken we naar het verleden, dan ontkomen we als christenen niet aan de belijdenis dat in een tijd waarin veel aan weinigen toebehoorde, het christendom in de sociale verhoudingen de aanwijzingen die Gods Woord niet altijd heeft opgevolgd. Christenpolitici kunnen alleen maar proberen de Bijbelse notities van gerechtigheid en vrede in de nieuwe maatschappelijke verhoudingen zo diep mogelijk te laten doorwerken. Gemakkelijk is dat niet en gemakkelijker zal het er in de toekomst niet op worden.
De auteur was werkzaam in de financiële sector en ruim 45 jaar ouderling van de christelijke gereformeerde kerk te Den Haag-Zuid.