Opinie

Orthodoxe christenen zijn intolerant

Veel orthodoxe christenen zijn intolerant. Waarom kunnen zij er niet mee leven dat er mensen zijn die anders zijn? reageert prof. dr. R. Ganzevoort op dr. P. de Vries (RD 15-5).

19 May 2012 19:01Gewijzigd op 14 November 2020 21:10
„Natuurlijk roept hun van de meerderheid afwijkende levensstijl bij sommigen kritiek en weerstand op, maar er is geen enkele serieuze poging om orthodoxe gelovigen te dwingen hun geloof achter de voordeur te houden”, foto RD, Henk Visscher
„Natuurlijk roept hun van de meerderheid afwijkende levensstijl bij sommigen kritiek en weerstand op, maar er is geen enkele serieuze poging om orthodoxe gelovigen te dwingen hun geloof achter de voordeur te houden”, foto RD, Henk Visscher

Mogen klassieke christenen met hun opvattingen buiten het privédomein treden en hun opvattingen maatschappelijk gestalte geven? Die vraag stelt dr. De Vries mij naar aanleiding van een debat bij de SGP-jongeren met dr. Bisschop (RD 12-5).

Een goede vraag met een eenvoudig antwoord: Ja, orthodox-protestantse christenen mogen hun geloof en opvattingen ook maatschappelijk gestalte geven. Evenals iedereen. Maar ieder moet wel rekening houden met andersdenkenden, want we leven in een plurale samenleving.

Volgens De Vries en Bisschop is er sprake van een sluipende tirannisering van de zogenaamde gelijkheidsideologie. Er zou steeds minder ruimte zijn voor orthodoxe gelovigen. Ze wijzen onder meer op de gewetensbewaarde trouwambtenaar en de vrijheid om homoseksuele docenten te ontslaan. Helaas voeden ze zo het beeld dat ze vooral vrijheid willen om anderen (homoseksuelen) uit te sluiten.

Die term ”gelijkheidsideologie” is alleen geliefd bij orthodoxe gelovigen. Wat er gebeurt, is namelijk iets heel anders. Het verfoeide artikel 1 van de Grondwet gaat niet alleen over discriminatie, het zet vooral ook de toon van diversiteit. Mensen mogen verschillend zijn en verschillende keuzes maken. Dat is dus het tegenovergestelde van een gelijkheidsideologie. Het is het erkennen van verschil. En in al die verschillen –etniciteit, geslacht, geloof, geaardheid– hebben alle mensen in Nederland dezelfde rechten. Grondrechten gelden voor iedereen of voor niemand. Je kunt niet voor jezelf vrijheden claimen die je anderen niet gunt.

Artikel 1 bouwt voort op de klassieke grondrechten en maakt ruimte voor iedereen. Orthodoxe christenen hebben dezelfde rechten en ruimte als iedereen. De vrijheid om anders te zijn, ligt hier verankerd. Dat zouden orthodoxe gelovigen als minderheidsgroepering dankbaar moeten verdedigen, maar in plaats daarvan kiezen ze vaak onnodig voor de verongelijkte taal van de verliezer die zich moet verdedigen.

Mogen orthodoxe christenen hun geloof nog maatschappelijk gestalte geven, was de vraag. Het lijkt een vraag uit angst, maar daar is weinig reden voor. Het bijzonder onderwijs heeft een stevige positie, reformatorische kerken wordt geen strobreed in de weg gelegd, de SGP heeft de laatste tijd meer invloed dan je op grond van haar ledental zou verwachten enzovoorts.

Natuurlijk roept hun van de meerderheid afwijkende levensstijl bij sommigen kritiek en weerstand op, maar er is geen enkele serieuze poging om orthodoxe gelovigen te dwingen hun geloof achter de voordeur te houden. En waarom zouden we ook? Hun gemeenschappen brengen de samenleving veel goeds.

Het probleem ontstaat echter bij de intolerantie die ze vaak uitdragen. Dat zit niet alleen bij het thema homoseksualiteit. Waar ze machtig genoeg is, laat de SGP het zwembad op zondag sluiten, verbiedt ze haar onwelgevallige toneelstukken en tentoonstellingen, en geeft ze burgers geen informatie over seksualiteit en abortus. En dan heb ik het nog niet over de onvrijheid die men elkaar in eigen kring oplegt.

Natuurlijk mogen orthodoxe gelovigen kiezen voor zondagsrust of tegen een homoseksuele relatie. Natuurlijk hoeven ze niet naar een blasfemisch toneelstuk. Natuurlijk mogen ze kiezen voor traditionele normen en waarden en ze mogen die ook uitdragen. En natuurlijk mogen ze geloven dat wie anders gelooft, verloren gaat en dat een andere levensstijl moreel verwerpelijk is. Er is niemand die hen dwingt daarin hun overtuiging of hun gedrag te veranderen.

Maar waarom kunnen zij dan niet accepteren dat er in deze samenleving ook anderen zijn die wel op zondag willen zwemmen of winkelen, die wel naar een blasfemische uitvoering willen of een homoseksuele relatie aangaan? Waarom kunnen ze er niet mee leven dat er mensen zijn die anders zijn? Waarom proberen ze hun overtuiging op te leggen aan anderen?

Wij leven in een plurale samenleving en daarom is het de taak van de overheid –nationaal en lokaal– om te garanderen dat alle burgers in hun eigenheid gerespecteerd worden. De overheid is echt wat anders dan de kerk. Dat draag ik als vrijzinnig pluralistisch theoloog en politicus uit en het doet me goed dat de SGP-jongeren over deze kritische vragen blijken te willen nadenken.

Uiteindelijk gaat het volgens mij om het verschil tussen orthodox en fundamentalistisch. Ik zie orthodoxie als de keuze om voor zichzelf heel strikt klassieke consequenties te trekken uit het geloof. Fundamentalisme is volgens mij de neiging om die consequenties ook aan anderen op te leggen. Orthodoxie is een persoonlijke keuze met ruimte voor anderen, fundamentalisme is dwang.

Daarom herken ik ook niet wat De Vries mij in de mond legt: „Klassieke christenen zijn met hun waarheidsopvatting een bedreiging voor een echte plurale samenleving.” Geenszins. Maar fundamentalisten zijn dat wel.

De auteur is hoogleraar praktische theologie aan de Vrije Universiteit en senator voor GroenLinks.

Meer over
Tolerantie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer