De Dow Jones-index noteerde in de middaghandel 0,6 procent lager op 12.528,05 punten. De S&P 500-index stond 0,7 procent lager op 1315,98 punten. Technologiebeurs Nasdaq verloor 1 procent tot 2846,58 punten.

Bij het begin van de handel bleek dat de index van leidende economische indicatoren, samengesteld uit een reeks macro-economische cijfers, in april voor het eerst in 7 maanden te zijn gedaald. De daling bedroeg 0,1 procent, terwijl economen hadden gerekend op een stijging met 0,1 procent.

Ook de industriële activiteit in de belangrijke regio Philadelphia daalde in mei voor de tweede achtereenvolgende maand. De graadmeter daalde van plus 8,5 in april tot min 5,8 in mei.

Beleggers waren toch al gespannen door het nieuws dat de rente op 10-jarige Spaanse staatsleningen ruim boven het kritieke niveau van 6 procent uitkwam. Het Zuid-Europese land wist donderdag 2,5 miljard euro op te halen met de veiling van 3-jarige overheidsobligaties. De rente die moest worden geboden om de leningen te slijten, lag fors hoger dan bij eerdere vergelijkbare veilingen.

Ook de berichten dat de Spaanse bank Bankia, grotendeels genationaliseerd, in grote problemen verkeerde, drukten op de handel.

Goed nieuws kwam er van het bedrijvenfront. Het aandeel Wal-Mart klom 5 procent na publicatie van de kwartaalcijfers. Het Amerikaanse supermarktconcern boekte in het eerste kwartaal meer winst en omzet dan analisten hadden verwacht. Ook overtroffen de resultaten de eigen voorspellingen van het bedrijf.

De euro was 1,2730 dollar waard, tegen 1,2705 dollar bij het slot van de Europese aandelenbeurzen. De prijs van Amerikaanse olie daalde met 0,4 procent tot 92,48 dollar per vat. Brentolie daalde met 1,8 procent in prijs tot 107,78 dollar.