Monniken brouwen trappistenbier uit het gouden dal (fotoserie)
VILLERS-DEVANT-ORVAL – De eerste monniken die zich in het Belgische dorp Villers- devant-Orval vestigden, kwamen al in 1070 vanuit Zuid-Italië naar de Gaumestreek. Tien jaar later hervormden de oorspronkelijke monniken hun gemeenschap naar de regel van de kartuizers.
In 1132 kwamen de kartuizers in de problemen en zeven monniken arriveerden in opdracht van keizer Constantijn. De twee gemeenschappen vormden vanaf dat moment één gemeenschap, onder de naam cisterciënzers.
Een legende vertelt dat het klooster uit dankbaarheid is ontstaan. Gravin Mathilde van Toscane, die weduwe was, had per ongeluk haar trouwring in een rivier in het dal laten vallen. Ze smeekte God om hulp en het duurde niet lang of er kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde zou toen hebben uitgeroepen: „Dit is echt een gouden dal!” Vandaar de naam Orval (Latijn: Aurea vallis). Vervolgens zou ze hebben besloten op deze plaats een klooster te stichten. Het wapenschild van de abdij, met daarin een azuurblauwe waterstroom en een ring met drie diamanten, herinnert aan deze legende.
De abdij Notre-Dame d’Orval is opgetrokken uit okerkleurig gesteente dat in de omgeving te vinden is. Ook daarvan zou de naam Orval afgeleid kunnen zijn. In het klooster leven sinds 1926 trappisten, die zich gastvrij willen opstellen. Ze volgen daarin de Regel van Benedictus, die luidt: „Alle gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus Zelf, want Hij zal eens zeggen: „Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen.””
De dag van de trappisten van Orval verloopt rondom de gebedstijden. Daarnaast zijn de monniken een groot deel van de dag aan het werk. ”Ora et labora” dus, want „ledigheid is de vijand van het gebed,” melden ze op de website.
In de abdij wordt Orval, een van de acht trappistenbieren, gebrouwen. De brouwerij, die binnen de abdij gevestigd is, ging in 1931 van start. „De inkomsten van het merk worden besteed aan sociaal hulpbetoon en aan het onderhoud van de gebouwen.”