Lijsttrekkersverkiezing niet geschikt voor het CDA
Voor het eerst in de geschiedenis van het CDA krijgen de leden de kans om de lijsttrekker rechtstreeks te kiezen. Een fraai staaltje van democratie, zou men kunnen zeggen. Ing. Eddy Bilder vraagt zich echter af of deze vorm van democratie past bij het CDA als traditionele bestuurderspartij.
De opkomst van het populisme heeft veel veranderd in de Nederlandse politiek. In tien jaar tijd zijn er vijf kabinetten aan de macht geweest. Van de vier gevallen kabinetten staat onomstotelijk vast dat ze niet ten val kwamen vanwege onoverbrugbare verschillen over het dienen van het landsbelang, maar met opportunisme en politiek lijfsbehoud.
Het populisme heeft behalve het nodige goede ook veel schade opgeleverd. De doorstroming in de Tweede Kamer is zo groot geworden dat bij elke verkiezingsronde ongeveer de helft van de leden vervangen wordt. Dossierkennis en historisch besef zijn als gevolg hiervan slechts in beperkte mate aanwezig. Dat brengt de Nederlandse politiek in een vicieuze cirkel van steeds minder kennis en ervaring, steeds minder verantwoordelijkheidsgevoel en moed tot het nemen van noodzakelijke impopulaire maatregelen en steeds meer populisme en bestuurlijke instabiliteit. Bestuurlijk lijkt Nederland inmiddels meer op België en de Zuid-Europese landen dan op het sterke buurland Duitsland.
Deetman
Wat heeft dit alles met de lijsttrekkerverkiezingen bij het CDA te maken? Met alle kritiek die men op het CDA kan hebben valt niet te ontkennen dat de partij in tijden van toenemend populisme steeds bestuurderspartij is gebleven. Een kenmerk van een zo’n partij is het staan voor de vertegenwoordigende democratie. Dat wil zeggen dat je mensen verkiest tot volksvertegenwoordiger of bestuurder en vervolgens die mensen het mandaat geeft om dat te doen wat zij, met hun kennis van zaken en vanuit hun verantwoordelijkheid (met gevoel voor hun achterban), nodig achten. Daarbij mag een achterban die vertrouwen geeft erop rekenen dat de volksvertegenwoordigers en bestuurders dat vertrouwen niet willen beschamen.
Het past bij een bestuurderspartij dat het CDA op zoek is naar een lijsttrekker die binnen de partij een samenbindende rol kan vervullen en als betrouwbaar en bekwaam te boek staat. Natuurlijk moet ze daarbij ook letten op, voor het politieke bedrijf noodzakelijke, eigenschappen zoals uitstraling en charisma.
Het is een taak waar een partijbestuur in stilte aan moet werken, omdat goede kandidaten zich niet altijd zelf aanbieden. Een directe lijsttrekkersverkiezing kan ertoe leiden dat goed gekwalificeerde mensen niet beschikbaar zijn. Recent heeft het CDA dat nog ondervonden bij de zoektocht naar een nieuwe partijvoorzitter. Daarbij was de hoog gekwalificeerde Deetman bereid om het voorzitterschap op zich te nemen, maar niet om aan een verkiezingscircus deel te nemen.
Beschadigd
Het is dus de vraag of de partij met een lijsttrekkersverkiezing wel over de best gekwalificeerde kandidaten beschikt. De personen die door de achterban het meest worden gewenst, oud-minister Eurlings en minister van Financiën De Jager, hebben zich niet aangemeld voor deze verkiezing. Ik sluit niet uit dat zij op dringend verzoek van het partijbestuur voor een enkelvoudige kandidatuur wel beschikbaar zouden zijn geweest (waarmee ik geen verkeerds wil zeggen over mensen die zich wel beschikbaar hebben gesteld).
Een ander bezwaar tegen een lijsttrekkersverkiezing is dat de kandidaten door de interne strijd al schade oplopen voordat ze de strijd om de kiezer aangaan. Die interne strijd heeft het CDA de afgelopen jaren veel schade berokkend. Ook nu zijn er alweer oudgedienden die hun pijlen op bepaalde kandidaten richten, waarbij de schijn wordt gewekt dat hun keuze voor de recent gevallen coalitie gelijkstaat met de verantwoordelijkheid voor de val van het kabinet. Daarmee worden niet alleen de meeste kandidaten, maar ook het CDA als geheel beschadigd. Dat draagt in elk geval niet bij aan een goede verkiezingsuitslag.
Concurrenten
Ten slotte, de gedachte dat een lijsttrekkersverkiezing en de daarbij behorende aandacht voor de partij positief zullen uitwerken op de verkiezingsuitslag is niet bewezen. In 2006 waagde de VVD zich aan het avontuur van een lijsttrekkersverkiezing. Mark Rutte won die interne verkiezing, maar verloor bij de Kamerverkiezingen negen zetels en heeft tot het voorjaar van 2010 doorlopend slechte opiniepeilingen gehad.
Dat de VVD, met de toen enkelvoudig verkozen lijsttrekker Rutte, in 2010 de grootste werd, had vooral te maken met onvrede over andere partijen. Het is al vele jaren geleden dat partijen verkiezingen wonnen vanwege geleverde prestaties. De meest voorkomende oorzaak voor winst ligt in het falen en in ongenade raken van de concurrenten.
De auteur is burgemeester van de gemeente Zwartewaterland. Van 2007 tot 2010 was hij lid van de Tweede Kamer voor het CDA.