Vice-president onder Saddam in handen VS
Taha Yassin Ramadan, de nummer 20 op de Amerikaanse lijst van meest gezochte Irakezen, is dinsdag in Mosul opgepakt door Koerdische strijders en overgedragen aan de Amerikanen. Dat heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie bekendgemaakt. Ramadan was vice-president onder Saddam Hussein en lid van de Revolutionaire Commandoraad en heeft de reputatie van grote wreedheid.
Een woordvoerder van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) meldde dat PUK-strijders de 65-jarige Ramadan in zijn geboortestreek bij Mosul hebben opgepakt. Hij was gekleed in een traditioneel Arabisch boerengewaad. Een onbekend aantal familieleden zou ook zijn opgepakt.
President Bush heeft dinsdag tevreden gereageerd op de arrestatie van Ramadan. Op zijn ranch in Texas verklaarde het staatshoofd er het volste vertrouwen in te hebben dat Amerikaanse militairen ook ander gezochte Irakezen gevangen zullen nemen. „Ik weet niet het fijne van waar hij zat en wat er is voorgevallen. Ik ben zeer tevreden dat wij de vice-president hebben gepakt. Langzaam maar zeker zullen we iedereen vinden die we moeten vinden”, zei Bush tegen journalisten.
Al voor het begin van oorlog tegen Irak afgelopen voorjaar stelden de Amerikanen veel belang in Ramadan. Washington vermoedt dat hij Ayman al-Zawahri, kopstuk van al-Qaida, in 1998 in Bagdad heeft ontvangen.
Ook mensenrechtenorganisaties hechtten veel belang aan de arrestatie van de voormalige vice-premier. Ramadans wrede reputatie doet niet onder voor die van Saddam Hussein. In 1970 was hij voorzitter van de rechtbank die 44 officieren liet executeren vanwege een samenzwering tegen het regime. Hij zou veel zuiveringsacties tegen politieke rivalen van Saddam hebben geleid en nam vaak een hardere stelling in tegen de Verenigde Staten en Israël dan Saddam zelf. Hij stond bekend als ”de vuisten van Saddam”.
Ramadan sloot zich in 1956 aan bij de Ba’ath-partij en was sinds die tijd een vertrouweling van Saddam. Na de staatsgreep van 1968 bekleedde hij diverse ministersposten. In de jaren ’80 was hij vice-premier en stond hij een tijdlang bekend als de op een na machtigste man van Irak. De afgelopen jaren nam zijn invloed af.
De rode draad door Ramadans carrière is zijn gehoorzaamheid aan Saddam. Kort voor het eind van de oorlog tussen Irak en Iran (1980-1988) vond Saddam dat te veel Iraakse leiders te dik werden terwijl de troepen aan het front voor de toekomst van Irak vochten. Hij liet een tabel publiceren met daarin het gewicht van al zijn ministers naast het gewicht dat ze volgens hem zouden moeten wegen. De ministers kregen dertig dagen om te vermageren. Ramadan moest in dertig dagen 27 kilo afvallen. Het lukte hem.