Boekje over rouw bij jongere ook nuttig voor kerkenraden
Het is niet eenvoudig om na het verlies van een dierbare de draad van het leven weer op te pakken. ”Verder na verlies”, over rouwverwerking bij jongeren, biedt bruikbare tips.
Toen enkele jaren geleden op het Wartburg College in Rotterdam in één jaar tijd negen leerlingen een ouder moesten missen door de dood, werd besloten om een rouwverwerkingsgroep te starten: De Winterbloem. Jongeren van verschillende leeftijden en opleidingsniveaus leerden daar om zowel terug te kijken als vooruit te zien. In de beginperiode was het een traject van elf lessen. Later werd het een echte praatgroep, waar bijvoorbeeld gesproken werd over het sterfbed, gevoelens van schuld, reacties van omstanders of de betekenis van het geloof.
In ”Verder na verlies” schrijven zeven van deze jongeren, samen met hun docente Joke Korteweg, over hun rouwverwerking. Kortere of langere tijd geleden is hun vader, moeder, broer of zusje overleden. Het boek is onder andere een neerslag van wat er in de rouwverwerkingsgroep van het Wartburg College gebeurt: een plek leren geven aan deze ingrijpende gebeurtenis.
Het boek is opgezet rond de vier zogenoemde rouwtaken van de Amerikaan William Worden. De eerste taak van iedere rouwende is het onder ogen zien van het verlies. Het verstandelijk weten moet plaatsmaken voor het echte beseffen. Daarna komt het doorleven van het verdriet en de bijbehorende pijn. Vervolgens leert men om zich aan te passen aan een nieuw leven, een leven zonder de overledene. De laatste taak is het oppakken van de draad van het eigen leven. Het is het leren leven met een herinnering.
Korteweg geeft in het boek de theoretische kaders. Ze legt bijvoorbeeld uit waarom jongeren anders met verlies omgaan dan volwassenen. Ook benoemt ze vragen waar rouwende jongeren mee worstelen. De Winterbloemers geven op hun beurt eerlijke reacties en ze vertellen over hun ervaringen. In ieder hoofdstuk staan zeer bruikbare tips voor zowel jongeren als ouderen die met rouw te maken hebben of krijgen.
Het boekje is geschikt voor individueel gebruik, maar ook scholen en kerken kunnen er hun winst mee doen. Als een van de jongeren zegt dat hij op school een mentor had die nooit iets over zijn vader heeft gevraagd, dan valt er blijkbaar nog heel wat te leren. Hetzelfde geldt als het over de kerk gaat. De ene jongere is tevreden over de houding van zijn predikant of ouderling, terwijl de ander schrijft dat het kerstpakket van de kerk het enige teken van meeleven is.
De hervormde predikant ds. H. G. de Graaff levert enkele bijdragen die specifiek gericht zijn op het pastoraat. Hij schrijft dan vooral over (beschadigd) vertrouwen, de betekenis van het genadeverbond en de doop en het boos zijn op God.
Dat het hard werken is op De Winterbloem blijkt uit de opdrachten die de leerlingen maken, zoals: „Zoek een foto die voor jou het best aangeeft welk gevoel verlies kan geven. Probeer in één zin of in enkele zinnen te zeggen waarom dit beeld jou aanspreekt. Vraag aan een vriend of vriendin waaraan hij of zij denkt bij de dood. Zijn je eigen gedachten over de dood veranderd nu je een dierbare moet missen?” Of: „Schrijf een gedicht over je gevoelens van dit moment. Geef in een schema weer welke personen dicht bij je stonden voor het overlijden; hoe ziet dit schema er nu uit?”
Scholen en kerken die willen starten met een rouwverwerkingsgroep kunnen dankbaar gebruikmaken van dit boekje. Het biedt geen pasklare methodiek en wat het pastoraat betreft zouden er soms wellicht andere accenten gelegd kunnen worden, maar het houdt wel de spiegel voor. Ook geeft het heel wat ideeën en stof tot nadenken.
Boekgegevens
”Verder na verlies. Jongeren werken aan hun rouw”, door dr. Joke E. Korteweg (red.); uitg. Kok Utrecht, 2012; ISBN 978 90 435 0053 1; 99 blz.; € 14,90.