Daar sta je dan. Oog in oog met kerels die een arm of een been hebben verloren. Soms beide. In dienst van het vaderland. Zelfs een Britse prins weet dan misschien even niet wat hij zeggen moet.

Ze deden dienst in Afghanistan, Irak, Sierra Leone, en wie weet in welke andere brandhaard in deze wereld. Ze lieten vader en moeder, of wellicht een eigen gezin, achter. En zo kwamen ze terug: voor het leven verminkte patriotten.

Prins Harry, die zelf vier jaar geleden als helikopterpiloot in Afghanistan diende, trekt zich het lot van deze Britse en Amerikaanse oorlogsinvaliden aan. Hij zet zich in voor organisaties zoals Walking With The Wounded en Help For Heroes.

Gisteren kreeg hij in Washington een lintje voor zijn liefdadigheidswerk. De prins toonde zich bescheiden. „Als iemand een onderscheiding verdient, dan zijn zij het wel”, zei hij in de Amerikaanse hoofdstad.

Deze mannen krijgen er hun ledematen niet mee terug. Maar de prinselijke aandacht zal hen ongetwijfeld goed hebben gedaan.